Ich
Gisteren om 10.00 rijden we Figuig uit, na getankt te hebben en wat water en brood gekocht te hebben. Een rit van 160 km naar Ich. Ich is een kleine oase tegen de Algerijnse grens. De controleposten zwaaien alleen maar als we Figuig uitrijden. 30 km ten zuiden van Bouarfa beginnen we aan de tocht naar Ich. Een smalle goed geasfalteerde weg voert ons door een meer zanderige woestijn dan we tot nu toe gezien hebben. Ook nu wonen hier en daar toch wat mensen, vaak ook nomaden. Er zijn vele kuddes geiten en schapen met herder op de vlakten. Soms zie je een kudde rundvee, sommige kuddes bestaan uit 5 koeien. Er is bijna geen verkeer.
Op zeker moment rijden we de heuvels in, rotsen en kale vlakten wisselen elkaar af. Ong 20 km voor ons einddoel komen we in een heel erg mooie vallei. Een rivier met stromend water, zandduinen en struiken en bomen; onbeschrijflijk mooi.
Als we in de oase aankomen parkeren we aan het begin van het dorpje op een parkeerplaats en gaan op zoek naar de militaire post. Bij aankomst moet je je verplicht melden bij die post. We komen de plaatselijke verpleegkundige tegen die een praatje maakt en ons de weg wijst naar de militairen. We melden ons, geven een “fiche de police af” en vragen of we mogen overnachten waar we nu geparkeerd staan. Dat mag, hij zal een oogje op ons houden. We vertellen hem dat we gehoord hebben dat er een gids in het dorp is om ons rond te leiden. Hij kijkt twijfelachtig en we vragen of we alleen door het dorp mogen wandelen. Dat mag, als we maar zorgen dat we niet bij de algerijnse grens komen.
Terug bij de camper staat er binnen een paar minuten een man bij ons die zich voorstelt als Mohammed, de lokale gids en man die ijvert voor ontwikkeling van toerisme in de oase. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat er nu een museum staat en een hotel in aanbouw is.
We spreken af dat hij ons over een uurtje ophaalt voor een rondleiding. Hij neemt ons mee het dorpje in, het dorpje ziet er identiek uit aan het oudste stadsdeel van Figuig, is ook gebouwd in dezelfde tijd vertelt Mohammed. Erg smalle donkere straatjes waaraan lemen huisjes liggen. Hij vertelt dat er nog ongeveer 40 gezinnen in het dorp wonen. Zij leven voornamelijk van de tuinbouw in de oase, dadelteelt, vee en werken voor de overheid. Ook in Figuig zoorzag men op deze manier in zijn onderhoud. Daar Figuig meer inwoners heeft is er wat meer bedrijvigheid: auto’s fietsen en landbouwwerktuigen moeten ook onderhouden worden etc. De jeugd uit Ich vertrekt naar de steden. Het dorp telt maar enkele auto’s, geen tankstation en een paar winkeltjes die op verzoek open gaan. Er is sinds 4 jaar elektriciteit in het dorp, ook is er stromend water en gsm bereik. Internet is er niet. Onderweg komen we diverse mensen tegen aan wie we worden voorgesteld, o.a een leraar uit Bouarfa. De scholen zijn deze week gesloten en de leraar verblijft nu hier waar hij geboren is en ook een tuin in de palmeraie heeft. Hij heeft net dadels geoogst. Onze gids neemt ons mee naar het nieuwe museum, waar hij erg trots op is. Het is een mooi gebouw, maar nog niet helemaal ingericht. Het museum is nog maar net klaar.
We maken een wandeling door de palmeraie en langs de rivier en daarna krijgen we thee aangeboden in een ruimte in zijn huis.
Na de thee lopen we naar het nieuwere dorpsdeel op de heuvel. Hij laat ons het hotel in aanbouw zien. Ook liggen er nieuwe huisjes. Deze zijn bedoeld voor de armere bevolking. Net achter de nieuwbouw van het hotel wonen mensen met een veestapel in nomadententen. Men probeert deze mensen in de huisjes te laten wonen, maar ze weten nog niet of die mensen dat wel willen. Het zijn echter geen nomaden want ze hebben zich permanent op die plek gevestigd en nomaden trekken door de wereld.
We bedanken de man voor de rondleiding en geven hem wat geld en kleding die we hebben meegebracht uit Nederland.
Een paar kinderen komen bij de camper op een bankje zitten “aapjes kijken”. Ze vragen om een snoepje of koekje, maar die hebben we niet. We willen geen bedelaars van de kinderen maken.
Als het donker is komt de militair nog even vragen of alles goed gaat.
Vannacht bleven honden blaffen in de oase, de gids Mohammed kwam vanochtend nog even een praatje maken. Hij verklaarde dat de honden ’s-nachts blaffen op de wilde zwijnen.
Als we Ich uitrijden zien we Mohammed aan het werk in zijn oasetuin, Hij zit hoog in een boom om dadels te oogsten.
Onderweg naar Bouarfa vallen een paar regendruppels, daarna schijnt het zonnetje weer. In Bouarfa pinnen we eerst bij een bank wat Dirhammen, cash geld was bijna op. Daarna tanken en nog wat brood en groenten kopen. Na een half uurtje vervolgen wij onze reis richting Errachidia. Nog 260 km voor de boeg. Het waait nogal hard en de lucht is gevuld met zand, op sommige plekken is het zicht slecht door het zand dat door de wind wordt verplaatst. Het fijne zand komt ook door kieren de camper binnen. Onderweg zien we ook een kudde dromedarissen. Tijdens de rit wordt de bewolking dikker. In de middag komen we aan op onze volgende verblijfplaats, een camping in een oase ten zuiden van Errachidia. Een heel mooie camping met voldoende schaduw. Er groeit hier en daar zelfs gras. Tot onze verrassing staan er ook 4 duitsers en een fransman. November is altijd een erg rustig toeristenseizoen, de meeste toeristen die in het land zijn verblijven in de buurt van de zee, ook verwacht men minder toeristen door de angst van europeanen voor Ebola en ISIS. We worden weer ontvangen met thee tijdens het invullen van de benodigde formulieren. De weersvooruitzichten voor de komende dagen zijn slecht, er wordt veel regen verwacht, fijn voor de mensen in dit gebied, maar wat lastig voor ons.
Doordat alle denkbare verse groenten hier in grote getale te krijgen zijn voor erg weinig geld, eten we regelmatig gemengde salades, zo ook vandaag. Vlees is wat lastiger, de stukken die worden verkocht voldoen meestal niet aan onze verwende europeesche normen.
Figuig
Op maandag 17 november een echte woestijnrit naar Figuig gemaakt, de weg is prima. Figuig ligt in het zuidoosten van Marokko, tegen de Algerijnse grens. Ooit was het een leuke grensplaats, maar sinds de grens met Algerije gesloten is in 1975 is er weinig te beleven. Toen we vertrokken in Bouarfa vielen er een paar druppels regen, de weg werd niet eens nat. Rivierbeddingen staan droog en er woont nagenoeg niemand in dit gebied. Hier en daar is een put, soms staat er een zonnepaneel naast. Zou dat zijn om gemotoriseerd water uit de put te halen?
Hier en daar loopt een pad vanaf de hoofdweg ergens naartoe. Soms is er in de verte een huisje te zien. Een paar nomadenkampen zien we ook. Het heeft hier niet lang geleden een beetje geregend, op sommige plekken staan nog plasjes en waar eerder een plas stond groeit nu gras. 0ng. 20 km voor Figuig is de cooperatie grote plantages/kwekerijen aan het aanleggen. Soms is er al kleine aanplant te zien, soms is het gebied nog in ontwikkeling. We zagen eerder ook zulke projekten op de weg van Errachidia naar Bouarfa. Onderweg weer diverse politiecontroles, na inleveren van het “ fiche de police” en een praatje mogen we doorrijden. Rond het middaguur rijden we Figuig binnen, ook hier een 4 baans asfaltweg als entree. Er worden veel nieuwe huizen gebouwd aan de rand van de stad. In de stad op een kruispunt is een kleine markt, er is veel volk op straat, vooral per fiets of brommer. We zien weinig auto’s. Ook hier zijn de oudere vrouwen traditioneel gekleed, soms gehuld in een allesbedekkend wit laken, de meeste jongeren dragen westerse kleding, soms met hoofddoekje. Opvallend: Veel vrouwen hier verplaatsen zich op de fiets, ook traditioneel geklede vrouwen. Onze slaapplaats voor twee nachten is de olijfboomgaard van hotel Figuig. Er is plek voor een tiental campers, een sanitair gebouw en elektra. De camping is geheel ommuurd en afgesloten met een grote poort. Als je de camping af wil moet je via de hotelpoort naar buiten. Het hotel heeft een terras met een prachtig uitzicht over de oase. Het hotel heeft geen gasten, wij zijn de enige campinggasten. Bubbles heeft maar gelijk wat olijven gegeten, helaas is een hondenmaag niet bestand tegen olijven.
Op dinsdagochtend om 8 uur worden we gewekt door druk pratende mannen naast de camper. De ploeg die de olijven moet oogsten is aangekomen. De olijven worden door twee mannen geplukt die ze op de grond laten vallen. Twee anderen rapen ze op en scheiden de slechte van de goede olijven. De olijfbomen worden tegelijkertijd ook gesnoeid. De twijgjes worden weer gebruikt om het vuur onder de houtboiler aan te maken. Het hotel heeft meerdere houtboilers die rond vijven in de avond worden opgestookt. Daarna heb je volgens de man van de receptie 24 uur warm water. Wij hebben daar andere idee-en over.
In de ochtend was er dicht bij het hotel een druk bezochte weekmarkt. We hebben er wat verse groenten gekocht. Daarna zijn we naar het oudste deel van de stad gefietst. Dit deel bestaat sinds 900 na christus. Het is een lemen stad met een wirwar van deels overdekte nauwe donkere straatjes waaraan woningen en binnenplaatsjes liggen. Ook vee wordt in deze binnenplaatsen gehouden. Veel straatjes zijn zelfs te smal voor een fietskar. Rondom dit oude deel staan moderne stenen gebouwen. De stad zou ook warmwaterbronnen hebben. Die hebben we niet gevonden.
Er staat een kerk in de stad die dateert uit de franse tijd. De kruizen op de torens zijn na de franse tijd vervangen door halve manen, de kerk werd toen een moskee. Helaas was ook dit gebouw gesloten tijdens ons bezoek.
Bouarfa
Wisselgeld in Marokko blijft een probleem. Vanmorgen bij vertrek van de camping bij Errachidia moesten we natuurlijk betalen voor ons verblijf. 160 (15 euro) dirham voor 2 nachten, dus betalen met briefjes van 100 dirham. Oei, wisselgeld, de jongen van de camping maakt de nachtwaker wakker, nee die heeft ook geen kleingeld. “Je krijgt je wisselgeld wel”, zegt de jongen. Hoe ga je dat doen dan? vragen wij.” Ik hou een van de voorbijkomende auto’s aan en vraag of een inzittende kan wisselen”, was het antwoord. We rijden 250 km door de woestijn naar Bouarfa. Een prima 2 baans weg, door een overwegend dorre en zanderige vlakte. Wel hier en daar zandduinen, overal groeien lichtgroene taaie struikjes. Er wordt in de buurt van oases hard gewerkt, plantenkwekerijen zijn al opgezet of zijn in wording. Vele hectares zijn geploegd en op sommige velden zijn mannen bezig met plantgaten te maken. Bijna alle kwekerijen zijn geheel omheind. Er zijn ook privé akkertjes; sommige groen, andere dor. Het regent hier zelden, de laatste jaren veel te weinig. Heel knap om in zo’n omgeving nog iets te kweken. We komen voorbij een stuwmeertje waarin water staat. Ook zien we twee riviertjes met wat water. Onderweg zien we ook nomaden, ze wonen in zelfgebouwde hutten en lage tenten. Vaak hebben ze een kudde schapen of geiten. De weg loopt erg dicht langs de Algerijnse grens, een land waar Marokko sinds 1975 mee in oorlog is. Tom tom raakt ervan van slag, wil ons steeds om laten keren en op zeker moment rijden we volgens tom tom door het niets. Ook de telefoon krijgt signaal van de Algerijnse Telecom maatschappij. We worden aangehouden door de politie en in tegenstelling tot in de rest van Marokko moeten we nu wel stoppen. Ze willen graag onze paspoorten zien en vragen of we een “fiche de police” hebben. Een fiche de police is een formulier met alle gegevens die ook in ons paspoort staan, aangevuld met de datum van binnenkomst in Marokko en het kenteken van de camper. We hebben deze formulieren thuis al ingevuld en uitgeprint, tot vreugde van de politiemannen. Het bespaart ons beiden tijd: Ze moeten anders n.l alle gegevens zelf gaan invullen. Bij een volgende politiecontrole mogen we zonder te stoppen doorrijden. Onderweg komen we een camper tegen en er wordt van beide kanten gezwaaid.
Net na de middag komen we aan in Bouarfa, een prettige verrassing, het is een stad met brede toegangswegen en een klein centrum waar het vroeg in de middag erg rustig is. We hadden een stoffig woestijnstadje verwacht. Het kost wat moeite om onze slaapplaats voor komende nacht te vinden, maar uiteindelijk staan we voor hotel Climat de France. Het is een groot hotel aan een enorm mooi plein. Heel Bouarfa is trouwens opvallend schoon en goed onderhouden. Het hotel is groot en schoon, maar gedateerd en in dit seizoen zijn er geen gasten. Het mooie zwembad is leeg. Achter het hotel mogen wij staan op een voormalige tennisbaan, entree achterom; ze hebben speciaal voor kampeerders stroomaansluitingen in een muur gemaakt.. We worden vriendelijk ontvangen en mogen gebruik maken van de douche in een hotelkamer. Overigens zijn we ook hier de enige kampeerders.
Tijdens een wandeling door het stadje vragen kinderen om geld. We weigeren en een straatje verder staan dezelfde kinderen met steentjes te gooien naar ons, een gevolg van toeristen die wel geld en spulletjes geven aan kinderen.
In een van de stalletjes kopen we een gegrilde kip, deze stoppen we in de diepvries voor later. We kopen nog boontjes en wat theeglaasjes. Prima glaasjes om wijn uit te drinken.
Tegen zessen is er veel volk op de been in het centrum, wij gaan eten bij een klein restaurantje. Voor 8 euro hebben we prima gegeten, o.a een overheerlijke gemengde salade.
Errachidia
Zaterdag 15 november 2014
Gisteren op ons gemak opgeruimd in Midelt. De beheerder van de camping kwam vragen of we kleding hadden voor de mensen in de bergen, dan konden we misschien ruilen : kleding voor hem, een tapijt voor ons. We habben kleding en gaven hem wat warme truien, een tapijt hoefden we niet, dat soort ruil is altijd nadelig voor ons hebben we eerder ervaren. Hij wilde toch wat teruggeven en kwam even later met een armbandje. Rond het middaguur komen we op een kale hoogvlakte bij een uitzicht punt, er ligteen restaurantje bij. We stoppen en inderdaad, diep beneden in een kloof ligt een oase. Een onverwacht mooi uitzicht in deze vlakte. Als we zitten te lunchen arriveren er nog 3 nederlandse meiden met een marokkaanse gids om het uitzicht te bewonderen, zij zzijn op weg naar Fes. Er komt ook nog een Nederands stelletje in een huurauto, zij komen lunchen. De beheerder van het restaurant vertelt dat november altijd erg rustig is. We rijden verder en komen uit in de oase. De camping die we opzoeken ligt eveneens in deze oase, 30 km zuidelijker dan het uitzichspunt. Als we op de camping aankomen is er helemaal niemand aanwezig, we zoeken een plekje (makkelijk als we de enige gasten zijn) en installeren ons. Tegen vieren verschijnt de campingeigenaar met de mededeling: het is vrijdag, dus ik was even thuis eten. Daarna zet hij thee voor ons en worden de formaliteiten geregeld. We bestelden een brood voor morgen, dat wordt een homemade brood, dus is pas gaar rond de middag want in de ochtend moet eerst de oven opgestookt worden.
Vandaag was het heerlijk zonnig weer, dus maar weer eens de was gedaan, rond de middag werd het bestelde brood bezorgd: een rond brood van ong 60 cm doorsnee. Het grootste brood dat we ooit in Marokko hebben gezien. Vanmiddag naar het dorpje gefietst. Op de terugweg zaten we even te pauzeren bij de rivier toen er een auto stopte. De man die naar ons toekwam maakte zich bekend als leraar in een naburig dorp en hield in het engels een vurig pleidooi voor de marokkaanse cultuur. Volgens hem ging Marokko erg snel voorruit, de vooruitgang bracht ook vele onnodige dingen met zich mee en dreigde de cultuur daardoor verloren te gaan. Hij wenste ons nog welkom in Marokko en vertrok naar huis.
Sinds gisteravond heeft de omvormer kuren: onze huishoudaccu wordt niet meer opgeladen via elektriciteit, alleen nog via de zonnepanelen. Hier geen probleem, maar bij terugkeer naar huis kan het wel eens lastig worden.
Gearriveerd in Marokko
Op 11 november om 8.00 na een regenachtige nacht vertrokken in Caceres. Het was droog en niet druk op de weg. Vroeg in de middag komen we aan bij het ticketkantoor in Algeciras. Het is inmiddels zonnig en warm, al is de weg nog nat van recente buien. We kopen een open ticket, dan kunnen we overvaren wanneer we willen. Net als we willen vertrekken komt de baas van het kantoortje met een brief in het Duits. De man spreekt alleen spaans en het heeft heel wat voeten in de aarde voor wij begrijpen wat hij wil van ons. Het is een brief gericht aan duitstalige klanten met een nieuwjaarswens. Of wij die willen vertalen in het Nederlands. Euh, ja dat kunnen we wel voor je doen. Ik krijg een computer ter beschikking in het kleine kantoortje en ondertussen krijgt Thieu een rondleiding in een ander gebouw. In dat gebouw werkt ook een persoon en liggen stapels papieren, het wordt duidelijk dat dit onooglijk ticketbureautje heel wat internationale klanten heeft, hij wil 25.000 brieven met nieuwjaarswensen naar meerdere landen in europa versturen. Niet naar individuele ticketkopers zoals wij, want daarvan heeft hij geen adressen.
Het oorspronkelijke plan was om bij een grote supermarkt in de haven te overnachten, maar het is nog vroeg en we besluiten een camping op te zoeken een half uurtje rijden vanaf de haven. Vorig jaar bezochten we deze camping ook en we komen overwinteraars tegen die we vorig jaar ook ontmoet hebben.
We waren even vergeten dat het hier langer licht is dan in Nederland: om 18.00 is het nog volop licht en 20 graden. Voor het eerst geen kacheltje nodig in de avond.
Gistermorgen om 8.00 in de regen, ja, ja, de ferry naar Ceuta genomen. Om half tien stonden we bij de Marokkaanse grens. Zoals altijd is het een grote chaos bij die grens. Honderden Marokkaanse vrouwen gehuld in plastic zakken en poncho’s staan te wachten om spanje uit te mogen, terug naar huis. De spaanse douane houdt de poort gesloten, waarom is niet duidelijk en er is veel politie op de been. We hebben ook geen idee waarom er zo vroeg op de dag zoveel marokkaanse dames op de terugweg naar huis zijn. Wij mogen doorrijden, de spanjaarden wenken alleen en dan begint het avontuur aan de Marokkaanse grens. Er is bijna niemand die Marokko in wil. De paspoortcontrole met het bijbehorende stempeltje gaat simpel. Dan het volgende kantoortje om de camper in te klaren. Ik geef de benodigde papieren en Thieu’s paspoort aan de dame in het kantoortje. Heet de chauffeur van het voertuig Albert NN? Nee, hij heet Mathias. Was U in Marokko met een ander voertuig ? Nee, hoezo? Ze laat me het scherm zien. Ja hoor, ene Albert NN. is geregistreerd als eigenaar van onze camper en tevens heeft hij ook nog dat aanhangertje van vorig jaar op zijn naam staan( het aanhangertje dat toen aan ons toegeschreven werd en ons een hoop gedoe en tijd heeft gekost bij binnenkomst in Marokko), ingevoerd in 2013, nooit uitgevoerd. Ik vertel de mevrouw dat we geen aanhangertje hebben en ook geen andere camper. Ik laat haar de uitvoerbewijzen van de afgelopen 2 jaar zien. Ik herinner haar eraan dat ze ook in onze paspoorten kan zien wanneer wij eerder in Marokko waren. Ze vraagt nog of ik Albert Nn. ken, maar ik heb geen idee wie deze Albert is. Na overleg met een collega wordt het aanhangertje in de computer gewist, en komt de camper weer netjes op onze naam te staan. Vervolgens een handtekening halen bij een andere douanier en dan nog een stempeltje halen. Maar bij wie moet ik nu weer dat stempeltje halen? De douanier wijst op een slonzig mannetje op een stoel met een glas bier in de hand. Moet ik bij die meneer een stempel halen? Ja, bij de meneer met het bier. Oké, de man met het bier haalt een stempel uit zijn zak en zet zonder verder te kijken op alle formuliertjes een stempel. Na ruim een half uur oponthoud rijden we dan het regenachtige Marokko binnen door een poort die door weer een andere douanier niet vergenoeg geopend is, dus klapt de spiegel bij het doorrijden tegen de camper. Het is half tien Marokkaanse tijd. In Marokko staat een kilometers lange file van auto’s die op weg zijn naar Spanje. Er moet iets bijzonders aan de hand zijn in Ceuta, waarom zagen we anders al die Marokkaanse vrouwen op weg naar huis en al die auto’s op weg naar Ceuta.
Op de weg staan overal plassen, de waterafvoer is slecht geregeld. In Tetouan waarderen we onze internetdongels op, dat gaat vlekkeloos. Daarna rijden we nog 240 km zuidwaarts, de eerste kilometers door de regen, over slingerende wegen door het Rif gebergte. Een erg mooie route als het niet regent. Als we aankomen op de camping is het droog en 17 graden.
Vanmorgen op ons gemak opgeruimd en ontbeten, daarna op weg naar Midelt, een rit van ong. 200 km. Het is zonnig en niet druk op de weg. In de buurt van Azrou wonen aapjes in het bos, hier en daar zit er een langs de weg. Aan het eind van het bos is een plek waar veel mensen stoppen om naar de aapjes te kijken en ze te voeren, natuurlijk zijn op die plek altijd aapjes aanwezig. Vandaag staat er een grote bus toeristen bij de aapjes. Op de hoogvlakte na Azrou waait een frisse wind, op meerdere plaatsen zijn mannen aan het ploegen: een kleine ploeg getrokken door twee, maar meestal 1 ezel. Ergens in een dorp komen we uit bij de weekmarkt en we parkeren langs de weg om over de markt te lopen. Behalve de gebruikelijke marktspullen wordt er ook vee, voornamelijk schapen, en stro verhandeld. De aankopen worden op en in busjes geladen en zo naar huis vervoerd. Een busje is natuurlijk niet zo geschikt voor schapenvervoer, maar als je de schuifdeur openlaat en daar een hek voor zet krijgen de dieren in elk geval genoeg frisse lucht. Je kunt er ook kippen kopen en desgewenst worden ze voor je geplukt en gewassen, dat wassen gebeurt in een speciaal apparaat dat de laatste veertjes verwijdert.
De granaatappels zijn rijp en overal langs de weg staan mensen met kisten granaatappels om te verkopen.
We zijn vroeg in de middag op de camping in Midelt en gaan nog even de stad in. Rondje door de souk lopen en een restaurantje om te eten zoeken. Naast de supermarkt zien we een winkel met frisdrank, wel wat groot voor alleen frisdrank denk ik nog en kijk binnen. Tot mijn verbazing zie ik o.a Heineken flesjes staan, en het is er behoorlijk druk met mannelijke kopers. Heel apart in een gebied waar geen alcohol te koop zou zijn.
Caceres
10 november 2014. De camping in Caceres wordt veel gebruikt voor een enkele overnachting op weg naar…………. De gemiddelde leeftijd van de doortrekkende kampeerders is boven de 70, wij zijn tieners volgens onze duitse achterbuurman van dit moment.
Zondag scheen een zonnetje en nu en dan wolken, de wind was guur en de temperatuur maximaal 12 graden. In de ochtend maar eens de was verzameld en gewassen in de campingwasmachine, helaas had de droger twee droogtijden nodig om de was droog te krijgen, een kostelijke zaak. Bij het verzamelen van onze was ging ik in de camper naast de bank zitten en kwam keihard met mijn achterwerk met de vloer in aanraking, Gelukkig zo te voelen niets gebroken, maar voorlopig is fietsen, bukken, zitten en lopen, met name traplopen een probleem. Toch zijn we in de namiddag per fiets naar het oude centrum van Caceres gegaan. Een heel oud centrum met grote oude gebouwen en kerken, de meesten goed onderhouden. Helaas waren alle gebouwen gesloten en konden we ook geen openingstijden vinden. Sommige gebouwen zijn nog in gebruik. We hebben geen toeristen gezien in de stad. Op een toch wel druk bezet terras koffie gedronken tussen de altijd etende spanjaarden. Om 13.00 was er een voetbalwedstrijd in het stadion naast de camping, veel supporters en lawaai, maar om vier uur in de middag was de rust weergekeerd.
Vandaag begon droog en zonnig, wel koud maar toch maar even naar de stad gefietst. Daar waren vandaag ook alle winkels open, dus maar gelijk wat voedsel ingeslagen. Bij terugkeer op de camping de fietsen weer op de camper bevestigd en de camper schoongemaakt. Bubbles een goede kambeurt gegeven en een pipetje “bescherming” tegen de gevaren van de woestijn toegediend. Schoon water bijgevuld en morgen gaan we naar Algeciras en hopen dan woensdag vroeg in de ochtend de oversteek te maken. Inmiddels regent het weer en de vooruitzichten zijn slecht.
Gearriveerd in Cacères
Zaterdag 8 november. Eergisteren een rustige dag op de camping nabij Poitiers. In de ochtend mist, daarna zonnig maar koud. We zijn met de fiets naar het winkelcentrum geweest, 3 km heen, 3km terug. De camping lag op een heuvel en de weg terug verliep wat moeizaam. Tegen de avond kwamen er nog enkele caravans en campers, iedereen op doorreis. In de nacht heeft het geregend en vrijdagmorgen om half tien hebben we ons gemeld bij de garage die onze uitlaat moet vervangen. De man aan de receptie meldde dat de benodigde onderdelen die ochtend waren binnengekomen. Het zou minstens een uur duren voor de uitlaat gerepareerd was. We bleven wachten tot de camper klaar was en om kwart voor elf reden we zuidwaarts. De camper maakt weer een beschaafd geluid. Kort na vieren kwamen we aan op een camping in de buurt van de spaanse grens. Het was er zonnig, met af en toe een buitje. Vanmorgen om half zeven stond ik samen met een 76 jarige zwitserse dame in het toiletgebouw met vloerverwarming om een warme douche te nemen. De vloerverwarming werkte, maar er kwam geen warm water uit de kraan. De Zwitserse merkte op dat we dan maar “schmutzig” aan een nieuwe reisdag moesten beginnen.
Om vier uur vanmiddag zijn we aangekomen op een camping in Cacères, de camping ligt naast het voetbalstadion, 4 km buiten het centrum van de stad. Elke kampeerplek heeft privesanitair. Toilet, douche, gootsteen, wateraansluiting en electra-aansluiting. De 700 km naar cacères verliepen probleemloos, weinig verkeer op de weg en droog. Vanavond begon het weer te regenen.
Op weg met pech
Op 4 november 2014om 07.30 was het zover, we zijn vertrokken.Antwerpen: een beetje vertraging, bij Gent file door een ongeluk en daarna tot Parijs geen probleem op de weg.Rond Parijs valt de drukte eigenlijk ook wel mee. Als we weer eens stilstaan op de weg rond Parijs lijkt opeens het motorgeluid van de camper te veranderen. We horen het allebei, meer geluid. Wat nu weer. Op de eerste grote parkeerplaats na Parijs blijkt de uitlaat bij de motor te zijn afgebroken. Het restaurant bij de parkeerplaats heeft Wifi, dus zoeken we wat garages op die ons mogelijk van een nieuw stuk uitlaat kunnen voorzien. De camper is gebouwd op fiat 230, de meeste bedrijfswagentjes van Fiat eveneens. Iveco is ook Fiat, dus een servicepunt van Iveco vinden we ook prima. We vinden het adres van een bedrijf in Orleans, daar aangekomen blijkt het een bedrijf dat Renault trucks verkoopt en onderhoudt. Verder naar een adres in Tours, het bedrijf verkoopt en verleent service aan Iveco bedrijfswagens. Het bedrijf is makkelijk te vinden. Helaas weten we het franse woord voor uitlaat niet, dus de jongen aan de receptie komt mee naar buiten en dan is het probleem al snel duidelijk. Maar de uitlaat kan niet vandaag vervangen worden, misschien morgen, maar waarschijnlijk overmorgen. Hoe komt dat? Iveco is bijna hetzelfde als fiat, maar toch net iets anders legt hij ons uit. Daar gaan we niet op wachten, de enige camping in de buurt van Tours die in dit seizoen open is, is wel mooi gelegen met een vriendelijke beheerder, maar ligt ver buiten de bebouwde kom. De jongen van de receptie zoekt wel voor ons een adres in Poitiers, dat is n.l onze eerste overnachtingsplek. Net voor de afrit naar Futuroscope dineren we in een hagelnieuw wegrestaurant. We zijn de enige gasten. We vragen de jongen in het restaurant naar meer gegevens over het fiatservicepunt in Poitiers. Alle personeel wordt er bij gehaald, uiteindelijk geeft hij ons een ander adres omdat het servicepunt in een erg smalle straat midden in de stad ligt en voor ons met de camper niet bereikbaar zal zijn .We overnachten op de parkeerplaats van Futuroscope en hebben geen internet. Dan maar mijn broer gebeld. Hij heeft op internet nog wat adressen gezocht en kwam bij hetzelfde adres in Poitiers uit als de garage in Tours had gedaan. Daar gaan we dan morgenochtend maar eens kijken. Overigens is de toegang tot de parkeerplaats in Futuroscope deze keer gatis en staan we met vier campers. Vorig jaar moest je betalen en stonden er bijna 50 campers. Het was toen wel herfstvakantie.
Woensdag 5 november, Poitiers
Na een goede nachtrust stonden we om 09.00 uur bij de Fiat garage in Poitiers. Een erg grote garage in een nieuw gebouw dicht bij het vliegveld en prima bereikbaar voor welk vervoermiddel dan ook. Uiteraard sprak de man aan de receptie alleen Frans. Inmiddels weten we het franse woord voor uitlaat. We worden onmiddellijk geholpen, wel moet ik een handtekening zetten onder een formulier dat opdracht geeft een diagnose te stellen. Binnen een half uur komt de offerte. Prima, repareren maar. Zo snel gaat dat ook weer niet, de onderdelen moeten besteld worden en de reparatie kan pas vrijdagmorgen om 10.00 uitgevoerd worden. Een tegenvaller, maar we wisten al van eerdere ervaringen dat franse garages nagenoeg niets op voorraad hebben.
Wel wordt ons verzocht de onderdelen vooraf te betalen. Dat hebben we gedaan en toen op zoek naar een camping. We mochten wel bij het garagebedrijf blijven staan, kregen dan ook elektriciteit en water, maar 2 volle dagen op een bedrijfsparkeerplaats leek ons niks. Na eerst boodschappen te hebben gedaan in een mega supermarkt(we moeten ook eten), zijn we beland op een camping dichtbij futuroscope, Poitiers. Een mooie camping, maar alle voorzieningen zijn gesloten.
Tegen de avond komen er meer campers en caravans om te overnachten, iedereen op weg naar warmere oorden.