Marokko 2017: Merzouga
Midelt was iets minder ver dan we gisteren dachten, dus zijn we 100 km doorgereden tot in de Gorges de Ziz. Een mooie en afwisselende route, heuvels, bossen, een luxe wintersportoord, droge rivierbeddingen, kale vlakten en hoge kale bergruggen; hier en daar ook nomadententen. We reden over 2 passen en een hoogvlakte. De wegen zijn voor een groot deel flink verbeterd sinds we de laatste keer deze route reden(2014). In de Cederbossen bij Azrou leven apen(berber makaken), veel toeristen komen daarnaar kijken en voeren de apen, dus op een bepaalde plaats kun je nu altijd aapjes kijken, pelpinda’s kopen om te voeren, en souvenirs kopen. We hadden de apen op eerdere ritten wel gezien, maar waren nooit gestopt. Deze keer zijn we wel gestopt, meteen verkopers met pelpinda’s te koop in de buurt. Er waren best veel apen die ieder hun eigen bezigheden hadden; de baby-aapjes maakten ruzie en slingerden door de takken, de oudere apen zaten elkaars vlooien te vangen. De groep apen die hier leeft is relatief klein, inteelt dreigt en de apen worden gevangen om voor toeristisch vermaak te zorgen, o.a in Marrakech. Onderweg zien we veel verwilderde honden en minstens 6 doodgereden honden, ook best nog veel vuil en plastic langs de weg en vooral meneer Heineken met zijn groene glas(scherven) is overal aanwezig.Ergens tussen Midelt en Zaida komen we langs een grote weekmarkt, een paar jaar geleden zijn we gestopt om die markt te bezoeken, nu zijn we doorgereden. In Zaida gestopt voor de lunch, Godelieve en Ben hebben hun eerste Tajine geproefd, een hele grote tajine, eigenlijk was 1 tajine voldoende voor 2 personen.Onderweg besloot er een ezel over te steken toen wij er aankwamen, en ja hoor, net voor onze camper lag iets om te eten en bleef de ezel staan, toeteren hielp niet. Onderweg zagen we meerdere velden met bijenkorven, hier en daar bood men, naast appels en olijfolie, ook honing te koop aan. Op de camping aangekomen werden we enthousiast verwelkomd, “Nederland, ANWB”.De camping (met de sjieke naam “Jurassic”) ligt aan de rivier de Ziz, een droge rivierbedding op dit moment met veel begroeiing in de bedding. Na ons arriveerde er nog een woestijncamper, die ook in Fes stond. Het is niet erg druk in November. Voor het eerst in Marokko ontvangen we via de satelliet de nederlandse tv zenders, ook wel weer een keer leuk.
Vrijdag 10 november, de dag dat de meeste moslims hier een uitgebreid bezoek aan de moskee brengen en de activiteiten op een laag pitje staan. We vertrekken op ons gemak richting Merzouge, een rit van minder dan 170 km. Maar eerst moet bubbles in de bench. Bubbles heeft al een aantal dagen geen zin meer in gereis in de bench en heeft zich “verstopt”. Ze is in een kuil in het hoge gras gaan liggen en heeft zich zo klein mogelijk gemaakt; hoopt blijkbaar dat ze dan niet gevonden wordt.
Eerst slingerend langs de Ziz, vervolgens over een col en dan langs een minder dan half gevuld stuwmeer. De regengoten langs de weg bij het stuwmeer werden ontdaan van zand, stenen en planten, w.s. ivm het aankomende regenseizoen. Bij binnenkomst van Errachidia weer een politiecontrolepost, zeer serieus, want hoewel we zonder te stoppen mochten doorrijden, moesten we zigzaggend tussen de spijkermatten door rijden. Errachidia was snel gepasseerd(vrijdag, niemand op de weg).Daarna nog even gestopt bij een overzichtspunt met zicht op een grote oase net ten zuiden van Errachidia. Daarna veel kale vlakten, sobere dorpjes, dan door Erfoud. Ook in Rissani was het bijzonder rustig, dus geen oponthoud. Tot Rissani waren de wegen prima, maar na Rissani werd de weg erg hobbelig met afbrokkelende zijkanten. We zien veel schooltjes, alle schooltjes in deze regio zijn herkenbaar door de felle kleurtjes op gebouwen en schuttingen. Mooi landschap, palmbomen, kleine akkertjes met irrigatie. Overal worden nu de dadels geoogst, vaak ergens gedroogd in de zon op een laken op de grond. Even later groeit er niets meer en dat blijft zo tot Merzouga: grote kale vlakten. Veel wind, dus hier en daar veel zand opwaaiend. Ergens lag erg veel zand op een brug, dicht bij Merzouga wandelde op de vlakte een herder met een kudde dromedarissen. We staan nu op een prachtige camping, onder aan het enorme zandduin van Merzouga(Erg Chebbi, 8kmx25 km groot) . Op deze camping verbleven we ook in 2012. Je waant je in het paradijs, met ’s-Avonds een prachtig uitzicht op de duinen in de ondergaande zon en ’s-Nachts duizenden sterren aan de hemel.
Zaterdag 11 november 2017: gisteravond vertrok vanaf de camping een groep van 25 toeristen op kamelen de zanderige heuvels in om de zonsondergang te bekijken, te overnachten in een berbertent, daarna zonsopgang te zien en vervolgens per kameel terug naar de camping voor ontbijt. Om 07.00 vanmorgen arriveerde de groep op de camping voor hun ontbijt, niet echt uitgeslapen begreep ik wel. Eigenlijk wilden wij naar het meer dat hier een paar km vandaan ligt omdat daar flamingo’s wonen, maar de campingeigenaar vertelde dat er geen water in het meer stond en dus geen flamingo’s. We zijn met zijn allen per fiets naar het dorp Merzouga gefietst, In tegenstelling tot 5 jaar geleden was er nu wel bedrijvigheid en waren een heleboel restaurantjes en winkeltjes geopend. Ik heb na onderhandelen een sjaal gekocht, Godelieve en Ben kwamen terug met een zonnejurk en een rokbroek. Daarna brood en groenten gekocht en terug naar de camping langs een grote groep dromedarissen die lagen te rusten en stonden te eten. Hun zadels lagen aan de kant, vanavond moeten ze weer de zandduin op. Terug op de camping besloten Godelieve en Ben om tegen de avond per kameel de zonsondergang te gaan bekijken. Tegen vieren werden ze opgehaald door de kamelenbegeleider, maar er kon niet vertrokken worden alvorens voorzien te zijn van een sjaal gedrapeerd als tulband met mondbescherming. Bij de kamelen stond al een fransman met hond te wachten, die logeert in het hotel bij de camping met zijn hond. Hij bleek ook mee te gaan met de kamelenrit en was ervan overtuigd dat de hond zou meelopen. Maar toen de groep vertrok hield de hond het voor gezien, die zag niets in lopen naast een stel kamelen. Ik heb de hond maar mee terug genomen naar de camping, dan kon de man toch op die kameel verder, daar zat een meisje uit Liechtenstein op het hotelterras die haar eigen hond miste. Een lief aanbod want wij wilden in het dorp gaan eten en dat durfden we niet als we op andermans hond moesten passen. Alvorens de hond bij het meisje achter te laten nog een bak water voor het beest gevraagd aan de hotel/campingeigenaar. Na een tijdje kwam een hulpje met een afgeknipte waterfles met daarin water voor de hond, goed bedoeld, maar de hond was redelijk groot en drinken uit een afgeknipte fles was al wat lastiger. We hebben de brave hond bij het meisje achtergelaten en zijn naar het dorp gefietst om wat te eten. Bij het uitverkoren restaurant stonden bijna alle stoelen gericht naar een groot tv scherm, Er zaten al enkele Marokkanen aan de thee en naar de TV te kijken. Voetbal: Marokko- Ivoorkust, heel belangrijk. En Marokkanen beleven heel de wedstrijd aktief met geluid en gebaren mee. Toen de wedstrijd een half uurtje later begon, waren het terras en de binnenruimte te klein om alle kijkers een plek te geven. Wij waren een soort stoorzenders die daar genoten van een overheerlijk maal. Op weg terug kwamen we langs een ander caféterras, en ook dat zat helemaal vol met voetbalkijkers. Het was inmiddels donker en de weg terug was onverlicht, beetje griezelig met de racende Marokkanen en ook alle gebouwen zijn onverlicht, het was even lastig de camping terug te vinden. De kameelrijders waren al terug en de tocht had hun prima bevallen, ook de hond was weer herenigd met zijn baasje. Helaas bleek vanavond dat ik vergeten was de sd-kaart in de camera te stoppen, dus geen plaatjes van vandaag als herinnering.
Marokko 2017: Fes 2
Dinsdag 7 november: Een rustdag, maar niet echt. Om 8.00 uur klopte de campingboy op de deur, ons gisteravond bestelde brood was gearriveerd. Het was buiten 10 graden, brrr. In de achterste bagageruimte bleken spullen nat, er had iets gelekt. Alles eruit en droogmaken, blijkt de douche gelekt te hebben en dat is niet best. Blijkt uiteindelijk de afvoer los geschoten te zijn. Die heeft Thieu dus gerepareerd, hopelijk nu geen lekken meer. Bij de campingreceptie 2 dagen bijgeboekt, de camper wat opgeruimd en schoongemaakt: dat mocht wel weer een keer. Er moest ook schoon water getankt, 60 liter per gieter aangevoerd: we kunnen er weer even tegen. Daarna per fiets om boodschappen naar de Marjane-supermarkt. En toen was de dag weer om, dus tijd voor een borrel. Er staat een grote duits/zwitsers georganiseerde reis-groep op de camping, ook zij hadden vandaag een rustdag. Tegen de avond hadden ze een informatieve groepsbijeenkomst naast onze camper. Morgen gaat die groep verder. Vandaag arriveerde ook een groep met Jeeps en woestijnbuggy’s. 2 zwitserse jongens zijn vanmorgen vertrokken, een van de jongens heeft een nederlandse moeder een spreekt nederlands. Beide jongens zijn op dit moment werkloos en trekken 6 maanden door Marokko in een oud volkswagenbusje.
Woensdag 8 november. Geen broodbezorging om 08.00 vandaag, de campingboy heeft een vrije dag. De groep woestijnbuggy’s die gisteren gekomen is vertrekt en ook de duits/zwitserse reisgroep vertrekt; de camping raakt leeg. We hebben weer een taxi genomen naar de medina, de ritjes worden met de dag goedkoper. Aangekomen bij de medina ingang onmiddellijk weer een gids die zich aanbiedt. Zijn aanbod wordt weer afgewezen. We gaan met behulp van google maps op zoek naar de leerlooierijen. Al snel komt een man die zich aanbied om ons naar de looierijen te brengen, we nemen het aanbod aan, deal 3 euro.We worden door een wirwar van steegjes geleid, onderweg vertelt de man, dat we wel geacht worden wat te kopen in de zaak waar hij ons naartoe brengt. Uiteindelijk gaan we een leer producten winkel binnen. Wij krijgen eerst mintblaadjes om tegen onze neus te houden, de leerlooierijen stinken enorm. Een personeelslid brengt ons naar het dakterras vanwaar wij een goed zicht hebben op de looierij en vertelt iets over de produktie. De Looierij is een co-operatie van 5 families, niemand werkt elke dag, er wordt afgewisseld. Het werken in de looierijen is erg ongezond.
Daarna mogen we naar alle leerprodukten kijken; tassen, jassen e slippers vormen de hoofmoot. Wij zien niets wat we willen, maar Godelieve en Ben laten hun oog vallen op een paar tassen en een leren broekriem. Daarna volgt onderhandelen en en als de koop gesloten is wil onze gids meer geld. 3 euro is 3 euro, al haalt hij er heel zijn familie bij. Hij vindt dat bedrag te weinig en wil nog naar een argana producent of zijde atelier. Wij willen hem kwijt en zeggen dat we naar huis willen. We moeten toch zeker wel lunchen? Nee ook niet, we hebben eten in de camper. Dan laat hij ons in een van de steegjes staan, vertelt nog in welke richting we bij de uitgang komen en weg is ie. Gelukkig vinden we al snel de hoofdstraat en gaan lunchen bij een restaurantje. Daarna via een bezoek aan de “cave alcool” van de carrefour terug naar de camping. De taxirit terug naar de camping was de goedkoopste in Fes tot nu toe. Nog even wat opruimen, een borrel en het is weer donker en fris. Morgen staat een flinke rit naar Midelt op het programma.
Marokko 2017: Fes1
Maandag 6 november 2017. Een nationale feestdag in Marokko ter herinnering aan de groene mars in 1975; 35.000 vrouwen uit alle marokkaanse provincies van het koninkrijk trokken de grens met de Spaanse Sahara over, gewapend met vlaggen en afbeeldingen van de koning, om druk te zetten op de Spaanse regering om de Spaanse kolonie op te geven.
Uit de damesdouches komt geen warm water, dus douchen in de camper, de heren hadden meer geluk. Om elf uur gaan we op zoek naar een taxi om ons naar de Medina te brengen. Dat lukt al heel snel en binnen een half uur staan we bij Bou Jouloud “de blauwe poort”, de belangrijkste ingang van de Medina. De taxichauffeur was erg spraakzaam; hij vertelde dat er veel toeristen zijn in Fez, dat de hotels goed gevuld zijn. Hij bezweert ons dat we de tuinen naast de Medina moeten bezoeken. Hij is duidelijk trots op zijn stad: de mooiste en oudste van Marokko, volgens de taxichauffeur. Fes heeft een prachtig historisch centrum uit de 13e eeuw. De stadsmuren van Fès ommuren een doolhof van maar liefst 9400 smalle steegjes. Bij de blauwe poort aangekomen staat er onmiddellijk een “gids” naast ons die zijn diensten nogal dwingend aanbied. Voor 200 dirham wil hij een rondleiding geven door de Medina. We slaan zijn aanbod af en gaan op weg. Al snel komen we bij de koranschool, Medersa Bou Inania , gebouwd in de 14e eeuw. Een prachtig gebouw. Helaas konden we niet alles zien, tijdens de middagpauze is de koranschool gesloten voor bezoekers. Dan verder dwalen door de straatjes, op zoek naar de leerlooierijen. Onderweg zien we allerhande zaakjes waar handarbeid plaatsvindt: er wordt genaaid, getimmerd, schapenwol verwerkt, tekst uitgebeiteld in tegels. Tussendoor nog koffie en lunch op een dakterras. Al dwalend komen we bij een hele grote, prachtig versierde moskee, Karaouiyne Mosquee . We mogen natuurlijk als niet moslim niet naar binnen, maar de poorten staan open en we kunnen binnenkijken in een gebedsruimte en de grote binnenplaats. Op die binnenplaats zijn veel vrouwen met spelende kinderen. Uiteindelijk wordt dwalen verdwalen. Onmiddellijk staat er een jongen naast ons die de weg wil wijzen. Wij bedanken voor de eer. Maar we blijven onverrichterzake dwalen. Dan maar de weg vragen aan een militair, deze spreekt echter alleen Arabisch en delegeert de vraag naar een jongeman die daar ook rondhangt. Uit een ooghoek zie ik de vorige aanbieder van hulp in een nis vlakbij staan. De jongen wijst de weg: zegt “daarginds links” en wijst naar rechts. Enkele bochtige steegjes verder weten we het echt niet meer, en…….de eerste aanbieder van hulp staat ons al op te wachten. Deze keer accepteren we zijn aanbod om ons naar de uitgang te brengen, kosten 1 euro. Hij brengt ons naar de hoofdroute en van daaruit vinden we makkelijk de weg naar “de blauwe poort”. Op weg naar de blauwe poort besluit Godelieve nog ergens een mooie trui te kopen, na passen, onderhandelen en betalen lopen we verder. Dan mist Godelieve haar fototoestel, vast laten liggen in de truienwinkel, dus terug naar die winkel en ze heeft geluk: het toestel wordt door de verkoper achter een doek vandaan gehaald en teruggegeven. Terug bij de uitgang voor 2 euro nog een gegrilde kipfilet of zoiets met brood gekocht om vanavond te eten, daarna terug naar de camping per taxi, na onderhandeld te hebben over de ritprijs. Op de camping smaakt een biertje uit eigen voorraad na een dag in de stad heerlijk. Het koelt snel af en om 23.00 was het buiten 10 graden.
Marokko 2017:Meknes2
Tot kort voor middernacht bleef het wat onrustig rond de parkeerplaats, maar daarna doodstil. We hebben goed geslapen. Op zondag 5 november worden we op tijd wakker omdat er weer mensen rond de parkeerplaats in actie komen. De zon staat aan een stralend blauwe hemel; goed begin van de dag. Om 09.00 worden bij de parkeerplaats al twee bussen toeristen uitgeladen. Vanuit de parkeerplaats zijn we naar de voormalige koninklijke graanschuren en stallen gereden, een complex gebouwd in de 18e eeuw, Je rijdt langs het koninklijk paleis over pleinen en door diverse smalle bogen, maar het lukt. Naast de koninklijke graanschuren is een terrein met kermisattracties, zo vroeg in de morgen nog gesloten. Op een groot plein naast de kermisattracties is veel jeugd aan het voetballen. Er duikt onmiddellijk een man op die ons vertelt waar de ingang van de graanschuren is: dank U wel.Bij de ingang zegt de bewaker dat het zijn privewoning is, dat we binnen mogen, maar dat we ons moeten melden bij zijn vrouw. Blijkt er een man achter de kassa te zitten. De graanschuren zijn grote ruimtes met halfronde daken op 9 meter hoogte, er is een ruimte met een groot gat met een rooster over, maar omdat er geen verlichting is, kunnen we ook niet zien wat er onder het rooster zit. Mogelijk water, want in vroeger tijden stroomde er water onder de vloer van de graanschuren om de temperatuur constant te houden, dat in combinatie met de dikke muren. Buiten de schuren is er een tuin met muren met bogen, heel veel muren met bogen, het lijken we kleine aquaducten, het zijn geen aquaducten maar de ruines van de paardenstallen. Vervolgens langs het enorme waterbassin dat bij de graanschuren hoort op weg naar Fes. Aan het eind van het bassin zien we in de verte op oude gebouwen veel ooievaars zitten, heel erg veel ooievaars, maar bijna geen nesten. W.S zijn het ooievaars op weg naar het zuiden die hier een rustpauze inlassen. Het is druk op de weg rond het oude centrum van Meknes, mede doordat er ergens een hele grote markt gaande is. De autoweg is rustig en rond de middag komen we aan op de mooie camping bij Fes. De receptie is niet al te vriendelijk, wil dat we maar gelijk beslissen hoeveel nachten we blijven en moeten vooraf betalen. Als dat zo moet, blijven we alvast twee nachten en boeken later wel weer bij. Het is best druk op de camping, maar we vinden een mooie plek. het sanitair ziet er nog steeds mooi uit, maar er ontbreken kranen en douchekoppen en warm water krijgen we er niet uit. De mannen gaan op zoek naar brood want het is inmiddels lunchtijd. Op de camping ontmoeten we ook een Fransman die we in jaren geleden op dezelfde camping hebben ontmoet en later ook nog in Marrakech hebben gesproken. We blijken afgelopen nacht in Meknes op dezelfde parkeerplaats te hebben overnacht. Tegen de avond koelt het snel af en de kachel moet weer aan. Als ik terugkom van de toiletten struikel ik over iets dat beweegt, het blijkt een hele grote bruine pad en gele strepen te zijn.
Marokko 2017: Meknes
Vrijdag 3 november zijn we vanuit Chefchaouen, via Volubilis naar een camping 30 km noord van Meknes gereden.We konden niet via het centrum van Chefchouen rijden volgens een marokkaan ter plaatse, dus dan maar via een omweg. De weg was deels goed, deels erg slecht. Route liep eerst door berggebied, het laatste deel was landbouw, heel veel stromijten en omgeploegd land. Een erg arm gebied aan de bebouwing te zien. Er waren ook veel olijven boomgaarden, ook veel jonge aanplant; hier en daar was men olijven aan het oogsten. Ergens bij een stadje onderweg was een hele grote sloppenwijk: golfplaten huisjes, dicht op elkaar gebouwd. Veel zwerfvuil her en der ook op deze route, soms was het vuil ook duidelijk met opzet gestort. Thieu, Godelieve en Ben hebben de ruines in Volubilis bezichtigd, ik heb met Bubbles op het enig aanwezige terras gewacht. Volubilis is een gebied met resten en ruines uit de romeinse tijd, met vooral erg mooie mozaiek vloeren van kleine tegeltjes. Sinds ons vorige bezoek heeft men wel verbeteringen aangebracht, de toegangsweg en parkeerplaats zijn nu geasfalteerd en ook de ingang is veranderd. Er waren veel bussen met Noorse bezoekers. Deze excursies hebben altijd begeleiding van een gids .Op de camping aangekomen werd ons verteld dat er weinig water was tot morgenochtend 08.30u, geen probleem voor ons.
Zaterdag 4 november. Om 08.00 kwam de campingbaas langs de aanwezige kampeerders met voor iedereen een glaasje marokkaanse thee. Het douchewater in de damesdouche begon heerlijk warm om 09.00, helaas was dat van korte duur; binnen enkele minuten was het water koud en werd niet meer warm. De rest heeft toen maar een douche genomen in de herendouches, daar bleef de watertemperatuur goed. Om 10.00 uur was iedereen gereed voor vertrek naar Meknes, een rit van minder dan 20 km. Eerst de campingbaas gevraagd om een plattegrond van Meknes. Tot mijn verbazing tekende hij voor mij een hele goede plattegrond van het centrum. De camperparkeerplaats in het centrum tamelijk makkelijk gevonden, maar plek krijgen tot zondagmorgen was wat lastiger, er stonden 2 campers die nog moesten vertrekken, daarna zouden wij daar kunnen staan om te overnachten. Eerst dus een tijdelijke plek, anderhalf uur later zouden de 2 campers weg zijn. Na anderhalf uur waren de twee campers helemaal niet weg. "Ga maar eerst wat eten". Weer terug naar het Lahkdim plein, nu om te eten. Toen we na de lunch terugkwamen was de plek inderdaad vrij. De parkeerplaats heeft permanente bewaking, een parkeerwacht en in elk geval politie, want de parking ligt tegenover het koninklijk golfterrein, en dat wordt 24 uur per dag bewaakt. We hebben eerst de mooie Medersa( koranschool )uit 1916 bezocht, nu niet meer in gebruik, vervolgens de overdekte en de straatmarkt bezocht, het was er behoorlijk druk en tegen vijven stonden er veel extra kraampjes en kon je over de hoofden lopen, maar weinig toeristen te zien. Het mausoleum was gesloten ivm renovatiewerkzaamheden.Tegen vijven zijn we terug gegaan naar de campers om even bij te komen. Toen we om 19.00 terug liepen naar het grote plein, kon je ook daar bijna over de hoofden lopen, enorm veel mensen op de been en inmiddels het plein veranderd in een markt, waar je vers gekookte escargots kon eten, paardrijden en nog wat activiteiten. Om 21.00 was het plein nagenoeg leeg, begonnen de restaurantjes op te ruimen en hadden de marktkooplui hun spulletjes weer ingepakt.Terug in de camper toch maar even de verwarming aan, het is n.l best fris, mede door een koude wind.
Marokko 2017: Chefchaouen
Dinsdag 31 oktober zijn we vanuit Conil de La Frontera via een “toeristische” route naar Los Barrios gereden. De weg was eerst 2 baans, maar na een dorp met een tiental heuvels in de weg werd de weg smaller. Een wat heuvelachtig landschap met veel vee en omgeploegde akkers was het zicht. Zeer dun bevolkt. Veel mooie pijnbomen. De weg zou langs 2 stuwmeren lopen, maar we hebben geen stuwmeer gezien. Weer op de autoweg zagen we wel armen van het stuwmeer, maar er stond erg weinig water in, op het drooggevallen deel groeide gras en liep rundvee. We waren vroeger dan afgesproken op de parkeerplaats van de Lidl in Los Barrios. Dan maar even de chinese bazaar bezocht, gelegen naast de Lidl. Die chinese bazaar is een giga action-winkel.Toen Godelieve en Ben ook gearriveerd waren zijn we eerst tickets gaan halen, dat ging snel, maar net op tijd ontdekten we dat we tickets voor een andere maatschappij hadden gekregen dan bedoeld, volgens de medewerker in het reisbureau had ik niet verteld welke maatschappij de voorkeur had. Desondanks werden de tickets netjes omgeruild voor tickets van de gewenste maatschappij. Daarna de laatste boodschappen gedaan bij de Lidl en naar de camperplaats bij de jachthaven van La Linea de la Concepcion gereden. De jachthaven ligt tegen Gibraltar aan, we zagen en hoorden verschillende vliegtuigen van dichtbij opstijgen, gelukkig wordt er in de nacht niet gevlogen. Boven de top van Gibraltar hing heel de middag en avond een grote mistwolk, terwijl het enkele honderden meters verder, waar wij stonden stormde.
Woensdag 1 november: het heeft heel de nacht gestormd. Om 07.00 zijn we richting haven van Algeciras gereden. Voor de ferry naar Tanger-med zagen wij een hele lange file staan. Er waren geen wachtenden voor de ferry naar Ceuta en na ons ticket ingewisseld te hebben voor een “boarding”pas mochten we de Ferry oprijden. Een goed uurtje later reden wij Ceuta binnen. Ook bij de grens naar Marokko was het rustig, vandaag was in Ceuta alles gesloten ivm Allerheiligen, dus ook maar een enkele Marokkaanse smokkelvrouw bij de grens. Gelijk natuurlijk weer ongevraagde hulp voor de grensformaliteiten, die hulp een paar maal afgewezen, maar de man bleef zich melden met ongevraagde adviezen. De paspoorten waren snel gestempeld, Thieu had een nieuw paspoort en kreeg een nieuw politienummer. Toen Godelieve bij de paspoortman kwam viel het computersysteem uit, dus dat duurde even langer. Vervolgens het kantoortje voor invoer camper; ging deze keer vlekkeloos, geen gezeur over een zogenaamd 4 jaar geleden ingevoerd voertuig, waarschijnlijk omdat dat voertuig gekoppeld was aan Thieu’s vorige politienummer. Vervolgens de douane die een vluchtige blik wierp in de camper, vroeg of we wapens vervoerden. Handtekening, stempeltje en rijden maar. Later bleek dat de advies gever 2x om geld voor zijn ongevraagde diensten was komen vragen bij Thieu. Bij Godelieve en Ben zag de douanier de poezen toen hij in de camper wilde kijken en toen hoefde hij niet meer naar binnen. Met een uurtje waren we door alle grensformaliteiten heen, niet slecht. Het is in Marokko een uurtje vroeger dan in Europa, dus om half tien reden wij richting Tetouan. Daar bij de Marjane supermarkt internet geregeld, marokkaans geld gepind en wat boodschappen gedaan. Vervolgens naar Chefchaouen gereden. Een groot deel van de N2 is inmiddels 4 baans, dat schoot goed op. De stuwmeren onderweg waren nagenoeg leeg, blijkbaar lange tijd te weinig regen gevallen in die regio. Na de lunch via een trap vanuit de camping die op een heuvel boven het stadje ligt, naar het stadje gelopen. Door de medina gedwaald en een terrasje gepakt bij de waterval. Bij de waterval was blijkbaar een evenement bezig. Meerdere terrasjes langs de waterkant en in het water, stalletjes met traditionele kleding en vrouwen in traditionele kleding, die tegen betaling gefotografeerd wilden worden. Toen het donker begon te worden hebben we wat gegeten in een restaurantje, 4 euro per persoon waren we daarna armer, vervolgens voor 1,5 euro een taxi terug naar de camping.
Donderdag 2 november. Het was marktdag in Chefchaouen, kilometers lang inde straten stonden stalletjes met van alles te koop. Het begon met een grote groenten- en fruitmarkt, maar ook vis, kleding, huishoudelijke artikelen en levende kippen en alles wat je nog meer kunt verzinnen behalve dieren, werd verkocht. Heel veel vrouwen van buiten de stad probeerden kleine hoeveelheden groenten en fruit te verkopen. Veel vrouwen waren in zeer traditionele plattelandskleding gekleed: een rok, daarover een kleurige doek, een trui, daarover een kleurige doek of badhanddoek en dan een strohoed met kleurtjes tegen de zon; sommige vrouwen droegen nog weer een doek of badhanddoek over hun hoed. De meeste dames waren echter in een lang gewaad en een hoofddoek gehuld. Na ruim 1,5 uur door de straten met marktkramen gedwaald te hebben was het tijd om terug te gaan naar de camping voor de lunch. Er is nogal wat hoogteverschil in Chefchaouen en we waren al die tijd gedaald. We wisten ook niet precies waar we waren, dus we wilden terug met een taxi. Deze keer vonden we een 4 persoonstaxi: witte oude Suzuki busjes die in grote getale aanwezig waren. We vonden een busje dat ons voor omgerekend 3 euro naar de camping wilde brengen: deal! De chauffeur had haast en wilde te snel vertrekken, Godelieve wilde net instappen toen hij al begon te rijden. Uiteindelijk kwam alles goed en werden we netjes bij de camping afgeleverd. De middag besteed aan zon en geknutsel om alle internetmogelijkheden van onze vrienden werkend te krijgen. Intussen probeerde een van de wilde katten in onze camper te komen wonen, na een keer of vijf de kat uit de camper gejaagd te hebben, de deur maar dicht gedaan. Tegen de avond nog maar eens naar de stad gelopen om te eten, daar was het nog steeds erg druk, opvallend veel westers geklede tieners ook. We hebben genoten van een heerlijke kebabschotel.
oktober 2017: Noord Spanje - Portugal
Oktober 2017
De camper heeft zijn APK keuring en groot onderhoud weer gehad. Klaar dus voor een lange reis dit keer. De bedoeling is om de maand oktober via noord Spanje en Portugal naar Algeciras in Zuid-Spanje te reizen. In Zuid Spanje voegen vrienden zich bij ons en dan maken we op 1 november samen de oversteek naar Marokko. De bedoeling is om voor kerst weer thuis te zijn.
Zondag 1 oktober zijn we om 09.00 vertrokken, Antwerpen passeren was geen probleem op de zondagmorgen. Onderweg laat de herfst zich zien; veel kleurige bladeren aan de verschillende bomen onderweg. Parijs is ook op zondag druk, maar ook daar konden we rustig doorrijden. Wel regende het bijna heel de dag, vooral motregen.
We hebben overnacht bij Futuroscope, samen met ong.18 andere campers.
Vanmorgen begon de dag droog, soms zelfs een zonnetje. Ten zuiden van Bordeaux was er weer motregen. Bij St. Jean de Luz waar we nu verblijven vertelde de campingeigenaar dat het al 2 dagen lang regent en motregent; het is hier wel ong. 20 graden.
Wat opviel was dat ten zuiden van Poitiers geen herfstkleuren te zien zijn, Alle bladeren zien nog groen.
Op dinsdagmorgen nam een Engelse caravan bij vertrek van de camping de bocht te ruim en raakte een fietsenrek op een Franse camper. De caravan had minimale schade, de camper heeft een flinke schade.
Het heeft heel de dag met tussenpozen gemotregend, tegen de avond brak de zon door.
Op woensdag 4 oktober scheen al vroeg de zon. Na ontbijt en opruimen zijn we via de route nationale naar het 30 km verder gelegen San Sebastian in Spanje gereden. Van een grensovergang hebben we eigenlijk niets gemerkt; op zeker moment lagen er wel erg veel winkeltjes en tabakszaken naast de weg, de borden hadden opeens Spaanse tekst, blijkbaar reden we toen in Spanje. Er was weinig verkeer op de weg, en ook op de wegen in San Sebastian was weinig verkeer. De camperplaats was snel gevonden. Het is een mooi aangelegde parkeerplaats met een vuilwaterstort, schoonwater inname mogelijkheid en een plek om het chemisch toilet te legen. De camper(parkeerplaats) ligt slechts 4 km vanaf het centrum van de stad. Toen we tegen de middag op de camperplaats aankwamen waren er veel lege plekken. Na ons geinstalleerd te hebben moest er natuulijk betaald worden bij de parkeer automaat. Dat betalen wilde niet erg lukken. Hoewel er instructies in meerdere talen op de automaat staan lukte het betalen niet. Ook een Fransman probeerde tevergeefs te betalen. Na een tijdje kwam een Spaanse camperaar helpen, maar ook toen weigerde de parkeerautomaat aanvankelijk. Uiteindelijk lukte het om parkeergeld te betalen, en een betalingsbewijs te krijgen. 3,30 euro voor 24 uur parkeren, ovenachten toegestaan.
Op de fiets zijn we naar het centrum gegaan, er loopt een fietspad, al is het wel even opletten want het fietspad verdwijnt soms opeens en blijkt dan aan de andere kant van de weg verder te gaan. San Sebastian heeft een mooi langgerekt strand met boulevard en aan het eind van die boulevard ligt de oude stad. Een heel leuk oud centrum met gezellige straatjes, veel winkeltjes, restaurantjes, terrasjes en oude gebouwen.
We hebben de kathedraal bezocht, de meest sobere kathedraal die we tot nu toe in Spanje gezien hebben, er was zelfs geen preekstoel in de kathedraal.
Op het strand was een artiest aan het werk, hij maakte tekeningen in het zand. Het publiek kon dan als waardering muntjes vanaf de boulevard naar beneden gooien. Er lag een laken op het strand waar de muntjes opgegooid konden worden.
Tegen 19.00 was de camperplaats bomvol, de laatkomers, meer dan 10 moesten elders een slaapplek zoeken. De politie rijdt regelmatig een rondje over de camperplaats en er is ruim straatverlichting. Er staan vele nationaliteiten, o.a 1 Zweed, 1 Tsjech en een Ier.
Donderdag 5 oktober begint de dag grauw en met motregen. Na het ontbijt regent het nog steeds en we besluiten te vertrekken en naar Bilbao te rijden. Goed en wel op weg bedenken we dat het weer in Bilbao niet beter is en ook voor vrijdag wordt regen voorspeld. We nemen dan de afslag naar Burgos, dat ligt 200 km zuidelijker en de weersvooruitzichten zijn daar heel wat beter.
Net na de middag komen we aan in Burgos, het is er 27 graden en zonnig. De camping staat half vol. Het ziet er erg droog uit, geen groen grassprietje te bekennen, wel veel dorre bladeren.
We zijn per fiets naar Burgos centrum gegaan. Het was er gezellig druk en op veel terrasjes zaten mensen. De winkeltjes in deze stad hebben siesta tot 17.00 uur, een enkel winkeltje gaat om 16.00 open.
Terug op de camping nog even gekletst met onze nederlandse buren voor vandaag.
Om 18.30 begon het af te koelen, de zon verdween achter de bomen.
Na een behoorlijk koude nacht werd vrijdag een zonnige dag, wel 10 graden frisser dan de donderdag. Onderweg naar Burgos en ook op deze camping zien we mensen op weg naar Santiago. Te voet en met de fiets. Soms zie je ook groepen backpackers, op weg naar het bedevaartsoord.
Dicht bij de camping ligt een carthuizer klooster uit de 15 eeuw. We zijn er naar toe gelopen met Bubbles. In het klooster zelf wonen monnikken en is niet toegankelijk voor bezoekers, de bijbehorende kerk is wel toegankelijk. Van de receptie mocht Bubbles niet mee naar binnen, dus ik vroeg of de heren van de receptie misschien even op Bubbles wilden passen. Tot onze verrassing wilden ze oppassen. We mochten bubbles aan een tafelpoot binden in hun kantoor. De toegang is gratis, wel staat er bij de uitgang een collectebus voor een vrijwillige donatie. De kerk heeft een heel mooi bewerkt plafond, met wapenschilden op de kruisingen van de bogen. Er staan koorbanken met heel mooi houtsnijwerk, In het achterste deel, is heel de wand voorzien van een bijzonder altaar met veel details en goud, het lijkt wel een wandtapijt van goud. Het stamt uit 1499.
Voor het altaar zijn de prachtig bewerkte albast graven(1493) van koning Juan II en zijn 2e vrouw Isabel. Alles is tot in detail uitgehouwen.
Er is ook een klein museum, met religieuze schilderijen, oude boeken en handgemaakte kazuifels.
Hoewel klein, zeker een bezoek waard.
Na de bezichtiging zijn we met Bubbles weer terug gewandeld naar de camping.
Zaterdagmorgen 7 oktober was het 3 graden om 08.30; we zijn we van Burgos naar Bilbao gereden, een mooie weg door berglandschap, 160 km. Voor het eerst in de zes jaar dat we de camper hebben heb ik ermee gereden en dat viel best mee, dat rijden met een bus.
Wij waren voor de middag op de makkelijk te vinden gemeentelijke camperplaats. De camperplaats ligt op een heuvel hoog boven de stad, je hebt er een mooi uitzicht over Bilbao, vooral ’s-avonds.
Voor de camperplaats stopt de bus naar het centrum, elk kwartier rijdt er een bus, behalve die middag: we hebben ruim een half uur op de bus gewacht. Tegen de chauffeur gezegd dat we naar het centrum wilden, volgens de chauffeur was dat dan tevens de eindhalte van de route. Halverwege de rit werd van chauffeur gewisseld, een paar haltes verder waren we nog maar de enigste passagiers. Toen we uitstapten wees de chauffeur ons waar we de bus terug konden vinden, hij printte ook nog een routeschema voor ons uit, voor als we bij een andere halte wilden opstappen. Vervolgens tekende hij de plek waar we uitstapten in op onze plattegrond van de stad. Heel erg vriendelijk en behulpzaam van de betreffende buschauffeur.
De overdekte markt was al gesloten, dus die konden we niet bezoeken. Het oude centrum bestaat uit een heleboel smalle straatjes met meestal goed onderhouden huizen. Wel is er veel winkeltjes leegstand. We liepen door een straatje met barretjes en cafeetjes, het leek wel de straat van de hippies. Heel veel “hippies” in elk barretje. Het was siesta en dan gaan de Spanjaarden uitgebreid borrelen en eten, ook in Bilbao. Ook hier waren veel winkels gesloten tot 17.00.
We hebben de kathedraal bezocht, ook hier een sober interieur; wel weer een mooie binnentuin. Er liggen meerdere oude kerken en gebouwen in Bilbao, maar het meest apart is toch wel de Plaza Nuevo. Een groot plein omringd door oude gebouwen en voorzien van heel veel terrasjes; alle barretjes serveren ook hapjes, pinxtos genaamd. Er waren dan ook veel mensen op het plein en de terrasjes waren vol met etende en drinkende Spanjaarden.
Tegen zessen werd het fris buiten, de zon begon onder te gaan.
Inmiddels ben ik snipverkouden en beroerd.
Op zondag 8 oktober was het bij het wakker worden erg koud en mistig. Er waaide een harde koude wind. Wij zijn we van Bilbao via de kust naar Santander gereden en van daaruit naar Potes, een plaatsje in natuurpark Picos d’Europa.Vanaf Santander slingerde een soms smalle weg door smalle bergdalen; een heel mooie rit. In Potes was het erg druk, veel spanjaarden die het weekend komen wandelen; er gaan veel wandelroutes vanuit dit dorp door het natuurpark, door de bergen.
Op de erg mooi verzorgde terrassencamping stonden vooral engelsen, maar op maandag reden die allemaal verder, op weg naar hun overwinteringsadres.
We zijn per fiets naar het centrum gegaan, het was marktdag. De heenrit ging razendsnel, op de terugweg hebben we een stuk moeten lopen, het was te steil om te fietsen. Alle wegen en wandelpaden zijn hier erg steil.
De markt was klein en was vooral gericht op wandelaars en fietsers.
Er waren heel erg veel toeristenbussen met bejaarden in het stadje.
Potes doet wat oostenrijks aan, veel winkeltjes voor toeristen, smalle straatjes en heel erg veel restaurantjes waar het dagmenu inclusief een glas wijn onveranderlijk 13 euro kost.
Het kerkje had veel mooi houtsnijwerk in het interieur, o.a het altaar; wat opviel waren de mooie schilderijen van de kruisweg.
Er zijn 3 nederlandse stellen aangekomen op de camping, zij rijden onafhankelijk van elkaar een NKC route.
Als avondmaal vandaag bbq, het wordt pas tegen half acht donker en tot zolang is de temperatuur erg aangenaam.
Dinsdag 10 oktober: “s-morgens is het erg koud, het was vanmorgen 11 graden om half negen. Wel scheen de zon. Na elven wordt de temperatuur aangenaam en in de middag was het erg warm. We hebben rust genomen en zijn in de middag naar het dorp gefietst. Ook daar was het rustig, weinig toeristen vandaag. Om 15.00 gaan de scholen uit en de meeste kinderen moeten naar huis met de schoolbus. Een heel gedoe voor alle kinderen bij het busstation vertrokken zijn.
Vanavond heerlijk gegeten in het campingrestaurant en daarna nog een wijntje gedronken met een nederlands stel (60-plus) dat op huwelijksreis is. Gelukkig gaat de afscheiding van Catalonie op dit moment niet door, hun reis brengt hen komende week nog naar Barcelona.
Woensdag 11 oktober zijn we vanuit Potes naar Ponferrada gereden, ong 280 km zuidwestelijk gelegen.
De eerste 65 km waren bergwegen, slingerend, smal en veel klimmen en dalen. Een heel erg mooi stuk om te rijden, niet om op te schieten. In de bergen liep veel mestvee, op het hoogste punt waren alle koeien voorzien van koebellen. De beesten liepen vrijelijk te grazen, er was nergens een grens aan hun graasgebied en de weg oversteken hoorde daar ook bij.
Het gebied is dun bevolkt, hier en daar een gehuchtje. Soms bestaat een gehucht uit 1 huis.
We passeerden een Stuwmeer; dwz. Er was ruimte voor een stuwmeer, maar er was geen water. In het lege deel van het stuwmeer zag je de oude wegen, er stonden ook nog boomresten. Verder leek het een laaggelegen woestijn.
In de buurt van de stuw was er wel wat water in het meer.
Daarna volgde een lange tweebaans weg door een behoorlijk vlak en saai landschap: wat dorpjes, veel maisvelden. Veel kerkjes zonder torenspits, veel verwaarloosde kerkjes met een klokkenmuur als toren. De kerkjes zijn groter dan een kapel, maar kleiner dan wat wij onder kerk verstaan en vaak slecht onderhouden, toch zijn deze gebouwtjes vaak in gebruik.
Na Leon werd het landschap heuvelachtiger.
Tegen drie-en bereikten we Ponferrada, een vrij grote plaats en stopplaats in de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.
Ponferrada heeft geen camping, we konden terecht op een grote parkeerplaats voor Campers naast een hostel voor pelgrims en gelegen op 500 meter van het centrum.
Ponferrada heeft een prachtig grote ruine van een fort van de tempeliers, een Castilio, heet dat in Spanje.
Tot onze verassing was op woensdag de entree van het Castilio gratis, een meevaller; de tweede meevaller was dat de jongen aan de ingang op Bubbles wilde passen.
Vanaf de kantelen van het Castilio heb je een heel mooi uitzicht over de stad en de omgeving buiten de stad.
Na een bezoek aan het Castilio zijn we nog even het oude stadscentrum ingelopen, in de kerk was een begrafenis, dus geen bezoek mogelijk, een mooie toegangspoort en een paar pleinen met terrasjes.
Terug op de camperplaats werd het steeds drukker en tegen zessen was de camperplaats vol, bijna allemaal Spanjaarden. Donderdag is een nationale feestdag in Spanje en veel Spanjaarden vieren dat met vrienden en familie, niet thuis. Alle winkels zullen dan ook gesloten zijn.
We hebben heel wat pelgrims zien aankomen in het naastgelegen hostal, jong, oud, lopend fietsend, alleen of met meer.
Donderdag 12 oktober:
Vanmorgen van Ponferrada naar Santiago de Compostella gereden. Ong. 200 km.
Onderweg waren er eerst regelmatig mistbanken(Niebla, noemen de spanjaarden dat), maar later in de morgen kwam de zon.
Heel veel huizen hebben in de tuin een soort smalle duiventil op pootjes, soms goed onderhouden, soms is het gewoon een verwaarloosd gebouwtje. We hebben geen idee waarom iedereen zoiets in zijn tuin heeft, in elk geval zitten er nooit duiven in.
Ook zagen we onderweg veel camino lopers: Hoe dichter we bij Santiago kwamen, des te meer lopers en soms ook fietsers.
Santiago de Compostella heeft veel grote oude gebouwen en kloosters, meest uit de 18e eeuw. Ze zijn allemaal zeer imposant.
De Kathedraal is groot en best mooi, maar ook voorzien van veel kitscherig aandoende panelen. Er zijn meerdere zijkapellen met best mooi beschilderde muren.
Het was druk in en rondom de kathedraal, veel mensen die de wandeltocht voltooid hebben, sommigen zijn meer dan een maand onderweg geweest.
In de kathedraal kan men ook te biecht gaan; er zijn permanent enkele priesters beschikbaar in de biechthokjes. Elke ochtend is er een mis waarin alle aangekomen pelgrims worden opgenoemd, zo te zien wordt dat een lange mis. Voorwaarde om genoemd te worden is wel dat je de tocht ook echt gelopen of gefietst hebt; onderweg zijn controlepunten waar je een stempel kunt krijgen, soms is zo’n controleplek de plaatselijke overnachtingsplek voor pelgrims. Iedereen die de pelgrimstocht loopt heeft zichtbaar de Sint Jakobsschelp omhangen. We zagen onderweg dan ook veel rugzakken met daaraan de Sint Jakobsschelp bevestigd.
Inmiddels is Thieu snipverkouden en beroerd. Werkt de koelkast opeens niet meer als we rijden en is de beschermstrip rondom de deur eraf gevlogen. Binnenkort even wat kluswerk te doen dus.
Op vrijdag 13 oktober begon de dag erg mistig en dus fris, Thieu is nog steeds beroerd, dus we doen rustig aan. Om 11.00 zijn we naar een groot winkelcentrum tegenover de camping gelopen. Naast een grote supermarkt vindt je er winkels van grote ketens zoals H&M, C&A, Zara en Primark.
We hebben wat rondgekeken, boodschappen gedaan in de supermarkt en een broodje koffie genomen bij de Pancompany. Toen we om half twee buiten kwamen scheen de zon.
De rest van de middag in de zon gezeten en wat opgeruimd.
Morgen gaan we verder naar Portugal.
Zaterdag 14 oktober. Het wordt laat licht tegenwoordig, voor half negen is het gewoon nog donker.
Vannacht was het weer mistig, maar vanmorgen was de mist gelukkig weg.
We vertrekken naar Portugal in zonnig weer vanuit Santiago, maar rijden al snel in een mistbank. Er volgen nog meer mistbanken, de weg loopt dicht bij de zee en is heuvelachtig.
We passeren vlot de Portugese grens, opeens staat er een bordje welkom in Portugal.
We zien aan de kerktorens dat we in een ander land zijn, de torens hebben duidelijk een ander uiterlijk dan de Spaanse.
Na wat gerommel aan zekeringen koelt onze koelkast tijdens het rijden ook weer.
Portugal heeft een lastig tolsysteem en we kunnen tolwegen de komende tijd niet helemaal vermijden, dus gaan we eerst maar op zoek naar een meldpunt. Na 50 km op de autoweg staat er een bord: buitenlanders deze baan volgen. We komen bij een onbemand tolstation, maar gelukkig was er een behulpzame beambte aanwezig. Uiteindelijk was het heel simpel, creditcard in de automaat, de camera registreert het kenteken, en gedurende een maand kun je over autowegen met elektronische tol rijden, de verschuldigde tol wordt dan via je creditcard afgeschreven. Niet alle tolwegen in Portugal werken volgens dit elektronisch systeem, dus we zullen ook nog wel een keer de ouderwetse tolpoortjes tegenkomen, die waar je gewoon ter plekke moet betalen.
Daarna in Vila do Condo op zoek naar een internetkaartje, dat lukte vrij snel. In Portugal is het een uur vroeger dan in de rest van het Europese vasteland en zodoende vonden we op tijd een winkel die een internetkaartje verkocht, op tijd omdat op zaterdag veel zaken om 13.00 sluiten.
We staan nu op een camping 25 km ten noorden van Porto. In een heel klein dorpje.
De camping heeft voornamelijk vaste bewoners, maar inmiddels staan er ruim 25 toergasten. De leiding is erg vriendelijk en geeft graag en veel info over Porto en hoe er te komen.
We zin vanmiddag naar het strand gelopen, een rotsachtig strand met hier en daar zand delen. Er loopt een kilometers lang fiets/wandelpad langs het strand door de duinen. In dit plaatsje geen hotels en hoogbouw. Geen winkels ook.
Op zondag schijnt weer de zon en wordt het 30 graden, te warm om Porto te bezoeken, dat moet maar een dagje wachten. Wel goed weer om de was te doen, er staat een straffe wind en de was is binnen een paar uur droog. Van onze engelse buren krijgen we metrokaartjes, zij zijn al in Porto geweest. De kaartjes moeten wel nog opgeladen worden, maar dat is voor maandag. De weersvooruitzichten zijn helaas niet best, er wordt veel regen voorspeld en de temperatuur gaat naar max 20 graden.
Maandag 16 oktober. Het is bewolkt en fris, maar droog. Om half elf zijn we met een Belgisch stel per taxi naar het metrostation 3 km verderop gegaan. Daar onze metrokaartjes opgeladen en met de metro naar het centrum van Porto gegaan, een rit van 3 kwartier.
In Porto was het erg druk, bijzonder veel toeristen, veel Nederlanders ook.
Porto heeft een heel mooi oud stadsdeel met kleurige huizen. Veel oude gebouwen en natuurlijk veel kerken, veel gebouwen uit de 19e eeuw. Een prachtige stationshal, helmaal betegeld, diverse taferelen. We hebben de Kathedraal bezocht, een mooi gebouw met veel aparte ruimtes en kapellen en een binnentuin. Veel gebouwen zijn bekleed met blauwe tegeltjes en ook in de binnentuin van de kathedraal zijn grote taferelen van blauwe tegeltjes.
Aan de rivier zijn veel gezellige terrasjes en toen we daar zaten kwam ook even de zon nog tevoorschijn.
Volgens sommige reisgidsen is de overdekte markt “Bolhao” iets waar je geweest moet zijn. Dat viel erg tegen, een slecht onderhouden geheel met veel leegstand. Wat stalletjes met fruit, groenten, bloemen, handtassen en Port, dat was het dan.
Goed en wel terug op de camping viel er een buitje en later op de avond begon het te onweren.
Overal in noord Portugal zijn bosbranden, zelfs bij de spaans-portugese grens brandt het en zijn er mensen verbrand in hun auto. Onvoorstelbaar, we reden daar twee dagen geleden de grens over.
Door alle bosbrandenmoeten we onze reisplanning mogelijk aanpassen, we bekijken dinsdagmorgen waar we heen rijden.
Dinsdag 17 oktober. Het heeft flink geregend vannacht en vanmorgen waren alle branden uit of onder controle en de autowegen weer open.
We zijn naar Tomar gereden, 220 km zuid-oost van Porto. Onderweg zagen we de verbrandde bossen, op veel plaatsen rookte het nog, met de bijbehorende stank.
In Tomar is geen camping, maar de voormalige gemeentecamping is wel beschikbaar voor overnachting. Er is een toilet, er is water, een sanistation en vuilnisbakken. Er is tussen 8.30 en 17.30 een WSW-er aanwezig die de toiletten schoonmaakt en de camping schoonhoudt.
Een perfekte kampeerplaats, op een paar honderd meter van het centrum, als je zelfvoorzienend bent. Een mooie locatie ook.
We hebben per fiets het stadje verkend, morgen staat een bezoek aan het tempeliersklooster op het programma.
Tomar is een leuk stadje met oude gebouwen met veel gebrek aan onderhoud. Wel heeft de gemeente straatjes en pleinen mooi bestraat en autovrij gemaakt. Er zijn veel winkeltjes en restaurantjes. We hebben gegeten bij een leuk Italiaans restaurant.
Na een zonnige dag begon het vanavond weer te regenen.
Het heeft het grootste deel van de nacht geregend, maar op woensdagmorgen scheen de zon. We zijn naar het tempeliersklooster (convent Monte Cristo) gelopen, een flinke klim vanuit het dorp.
Het convent is een enorm gebouwencomplex met een heel bijzondere ronde kerk uit de 16e eeuw met eromheen meerdere kloosters en binnentuinen.
Vooral de kerk is heel bijzonder, met beelden, zuilen, wandschilderingen en panelen.
We hebben er bijna 2 uur rondgewandeld, het bezoek was echt de moeite waard.
Tegen de avond arriveerde een stel dat we op de camping in Vila Cha als buren hadden, reden om samen gezellig een borrel te drinken.
Later op de avond gaf onze 12 naar 230 volt omvormer er de brui aan, telefoons, camera en computer kunnen nu niet meer opgeladen worden als we niet aan elektra staan, dat de tv het zonder elektra niet meer doet is minder belangrijk.
Donderdag 19 oktober vertrokken uit Tomar en naar het 45 km noordwestelijker gelegen Batalha gereden. In Batalha ligt ook een klooster met een heel erg mooie kapel. De kapel en het klooster zijn versierd met filigraan uitgehouwen uit steen. Heel erg mooi om te zien. In de kapel zijn de tombes van een koning, zijn vrouw en hun zonen. Ook de tombes zijn bewerkt en voorzien van filigraan versieringen.
De hoofdkerk zelf is niet zo bijzonder, wel is er nog een onafgebouwde kerk, er zit geen dak op. De koning die deze kerk liet bouwen overleed voordat het bouwwerk klaar was. Ook daar veel versieringen uit steen gehouwen, maar heel anders dan de filigraan versieringen.
Vanuit Batalha zijn we weer doorgereden naar Sintra, Onderweg een heuvelachtig landschap met allemaal kleine akkers of bossen. Op de kleine akkers teelt iedereen wat anders, vaak druiven. Het levert een mooi zicht met herfstkleuren op.
Sintra is een zeer toeristisch plaatsje net ten noorden van Lissabon, de plaats ligt aan de rand van een natuurgebied dat in vroeger tijden werd gebruikt als zomerresidentie van diverse koningen. Er liggen meerdere enorm grote landgoederen/kastelen in het gebied. Ze zijn allemaal te bezoeken maar kosten veel entreegeld. Zelfs een busrit langs 2 kastelenkost de hoofdprijs. In het plaatsje zelf ligt volgens de gidsen het kroonjuweel van de mooie, bijzondere gebouwen. Wij vonden het gebouw aan de buitenkant helemaal niet mooi, de binnenkant hebben we niet bezocht.
Het plaatsje zelf is klein met smalle straatjes, veel winkeltjes en restaurantjes en heel veel toeristen, zelfs half oktober.
Onze overnachtingsplaats is deze keer op een wat vreemde parkeerplaats, gelegen tussen twee voetbalvelden waarop elke avondgetraind wordt. Naast de velden zijn bouw en graafwerkzaamheden bezig, dus overdag en in de avond niet bepaald rustig.
We hebben goed geslapen, de nacht was rustig, maar heel de nacht en vrijdagmorgen motregende het.
We dachten langs de landgoederen in het natuurpark te rijden met de camper, maar de wegen zijn zo smal dat we in plaats daarvan een route naar de zee hebben genomen. Dan konden we langs de kust naar Lissabon rijden.
Ook die route leverde smalle kronkel wegen op, als we een bus tegenkwamen paste het passeren maar net.
We zijn naar Cabo da Roca gereden, het meest westelijke rotspuntje van europa. Duidelijk een bezoekpunt voor toeristen, bussen brachten ladingen toeristen, na een half uurtje vertrokken de bussen weer. De zee was wild en sloeg tegen de rotsen, een mooi gezicht. Daarna langs de mooie rotskust via Cascais naar Lissabon. Aan de kust scheen de zon, in Lissabon was het bewolkt en motregent het af en toe.
Zaterdag 21 oktober 2017.We zijn terecht gekomen op campismo de montesanto, een camping in de buitenwijken van Lissabon. Wat ons betreft een fraaie camping met teveel schaduw voor dit seizoen. Mooie ruime plaatsen met verhardde ondergrond en een individuele afvoer, vuilnisbak, elektra, waterkraan en picknicktafel. De camping is goed bezet met vele nationaliteiten. Ook de Portugezen zijn goed vertegenwoordigd. Vooraf betalen, dat dan weer wel.
De bus stopt dicht bij de camping, voor 1,85 pp reizen we naar het centrum van Lissabon. Een rit van een klein uur. Op het plein van aankomst, de Praca da Figueira, stond een grote groep mannen te zingen, ze hadden ook een vaandel bij, maar we weten niet waarover het ging. Op meerdere plaatsen in de stad stonden straatmuzikanten. Klonk heel gezellig allemaal. In het centrum van Lissabon staat een hoge ijzeren toren, je kunt met de lift naar boven voor uitzicht over de stad; er stonden lange rijen voor de ingang.
Veel steden in Europa hebben prima, schone openbare toiletten, maar niet in Portugal. Uiteindelijk kwam ik terecht bij “de meest sexy toiiletten van Europa” Gebruik van dit toilet kostte 1 euro, die je weer terug kreeg als je in de shop iets kocht. Inderdaad heel mooie schone en ruime toiletten, dat wel. Er werd me uitgelegd dat de naam een bekende merknaam in Portugal is, zal wel zo zijn.
Lissabon is een grote stad, levendig, met veel pleinen en terrasjes. Veel oude gebouwen, niet alles even goed onderhouden. Heel erg veel huizen zijn aan de voorkant betegeld, soms een beetje saai. De stad is ook erg heuvelachtig. We wilden een kasteel bezoeken, gelegen op een heuvel in een oude wijk, er stond een meterslange rij voor de kassa. Van het bezoek hebben we maar afgezien en na nog een eindje door de kleurrijke smalle straatjes te hebben gelopen zijn we met een lift naar een lager gelegen stadsdeel gegaan.
Op zondag 22 oktober opnieuw naar Lissabon-stad, nu naar de wijk Belem, een busrit van een half uurtje.
We wilden graag het Hiëronymietenklooster, gebouwd in de 16e eeuw, bezoeken, maar de rij wachtenden voor de kassa was 100 meter lang, het klooster is gecombineerd met het maritiem museum; na de lunch konden we wel de kloosterkerk bezoeken, de file aldaar was weg. In de kerk (Santa Maria) liggen graftombes van koning Manuel en zijn familie, maar ook van Vasco da Gama, de ontdekkingsreiziger.
Voor de kloosterkerk stond een grote groep muzikanten, deze keer met instrumenten en er werd tevens en show opgevoerd.
Het was er overal heel erg druk, hele bussen vol toeristen werden aangevoerd in deze wijk, kleinere transportmiddelen reden ook af en aan: tuk-tuks, taxi’s, trams.
Tegenover het kloostercomplex is een groot plein met een hele grote fontein.En dan aan de waterkant weer een monument: PadrĂŁo dos Descobrimentos, een monument ter ere van de Portugese ontdekkingsreizigers die in de 15de en 16de eeuw de wereld hebben verkend.
Langs de waterkant zijn we naar de “Toren van Belém” gelopen, een verdedigingstoren aan de oever van de rivier de Taag uit het begin van de 16e eeuw. Een heel mooie toren, maar ook hier file voor de ingang.
Langs de waterkant zat een man die hangers maakte van oude munten, met een ijzer-figuurzaag bewerkte hij de munten; zaagde er de vlakke stukken uit. Hij had ook een hanger van onze nederlandse gulden gemaakt.
Maandag 23 oktober: De zon schijnt en we vertrekken van de camping in Lissabon. We rijden snel en zonder files Lissabon uit. 40 km zuid van Lissabon staan veel druiven, daarna rijden we door erg droog heuvelachtig gebied, veel mestvee en omgeploegde akkers met bomen, geen brandresten te zien.
Na 160 km arriveren wij op een camping in Evora. Het is niet druk op de camping; tegen de avond ong. 25 kampeerders.
Evora is een kleine oude stad met resten uit de Romeinse tijd en Moorse invloeden. We zijn er per fiets heen gegaan vanuit de camping. Nou blijft fietsen in Spanje en Portugal interessant; ze hebben wel fietspaden, zo ook hier in Evora, maar zo’n fietspad kan zomaar opeens ophouden en 100 meter verder weer beginnen, of het fietspad maakt opeens een haakse bocht naar de overkant van de straat,
Smalle straatjes binnen de stadsmuren van Evora. Enkele groepen toeristen lopen door de stad.
We bezoeken de kathedraal en de binnentuin die bij de kathedraal hoort. Heel mooi, maar wel veel gelijkend op eerdere kathedralen. De kathedraal heeft diverse zijkapellen, heel erg donker. Als je meer wil zien van zo’n kapelletje kun je verlichting aandoen door 50 cent in een automaat te stoppen. Een van de kapellen is inderdaad heel erg mooi en als een Francaise ontdekt dat wij de verlichting hebben aangedaan dmv 50 cent in de automaat, gaat ze snel haar kinderen halen die ergens in de kathedraal lopen.
Het belangrijkste romeinse overblijfsel, een zuilengalerij is onzichtbaar door doeken: het monument wordt gerenoveerd. Een Aquaduct dat er ook moet zijn kunnen we niet vinden.
Het was inmiddels 26 graden en na wat boodschappen te hebben gedaan bij een grote supermarkt in de buurt van de camping, hebben we nog tot na zessen(voor Nederland na zevenen) buiten gezeten.
Na het avondeten een dutje, maar opeens leek bubbles van de bank te vallen met veel kabaal: bleken we tot groot ongenoegen van Bubbles 2 wilde katten op bezoek te hebben in de camper.
Dindsdag 24 oktober: Wasdag: bed verschonen en alles wassen wat in de “wasmand” ligt.
De wasmachine wast hier snel, binnen anderhalf uur 2 wassen gedraaid en op de draad om te drogen.
Een Duitser vertelt dat we het aquaduct tot het begin kunnen volgen en er dan ook over kunnen lopen. Dus per fiets tot ong. 2 km buiten het stadje het aquaduct gevolgd. Je kunt er dan inderdaad over lopen, de waterloop is wel afgedekt met natuurstenen, maar er zit ergens een opening in de stenen waardoor je in de waterloop kunt kijken. Er stroomt wel water over het aquaduct, we weten niet waarheen en of het water ergens voor gebruikt wordt. Het hele aquaduct is ruim 9 km lang en nog aardig intact. Alleen het stuk binnen de stadsmuren is geintegreerd in gebouwen en moeilijk herkenbaar als deel van het aquaduct.
We ontmoeten op de camping ook ee Canadese dame uit Vancouver, zij trekt drie maanden in een franse camper door europa. Ze heeft de camper gekregen via een ruilprogramma, zoiets als huizenruil voor vakantie.
Woensdag 25 oktober: weer een stralend zonnetje als we naar het zuiden rijden.
Het landschap is wisselend, eerst wat vlak en veel druivenvelden, daarna heuvels en veel olijfboomgaarden, dan weer vlak met veeteelt en landbouw, een onherbergzame bergachtige streek en vervolgens meer bebouwing en heuvelachtig. Ergens liepen varkens in een wei, scharrelvarkens dus, ook kwamen we een ezelkar tegen. De eerste km’s was het wegdek prima, maar daarna had de weg duidelijk gebrek aan onderhoud.
Veel huizen in deze streek hebben schoorstenen die lijken op een vuurtoren. Heel grappig om te zien.
We zijn naar Praya da Marinha gereden, een prachtig rotsstrand ten westen van albufeira.
Er waren erg mooie rotsformaties te zien. We hebben er onze lunch gegeten en een wandeling over de rotsen gemaakt.
Vervolgens verder naar een camping in Armacao de Pena. De camping is een grote zandvlakte met bomen waar het nu rustig is, maar waar over 1 maand heel veel overwinteraars staan. Plaats indeling kent de camping niet, dus iedereen staat schots en scheef door elkaar. Op de camping ontdekten wij een camperservice en winkel van een Duitser en hij had een passende 12 naar 230 volt omvormer voor ons. We moeten de omvormer een dezer dagen nog inbouwen.
Op 26 oktober verder naar Sevilla, maar eerst tanken. Dat is soms nog goed uitkijken in Portugal: diesel is gasolea en benzine is gasolina. Een vergissing is snel gemaakt maar levert wel problemen op.
De dieselprijs in Portugal is trouwens 20 cent per liter duurder dan in Spanje.
We rijden tolweg, dus bij elke afslag staat hoeveel het stuk autoweg vanaf de vorige afslag gekost heeft. Het bedrag wordt automatisch van je creditkaart geschreven als je je bij binnenkomst in Portugal geregistreerd hebt(hebben wij), anders wacht je thuis een boete vanuit Portugal.
Onderweg zien we in onbewoond gebied ergens half verborgen meerdere grote tenten staan.
Ook op het veld naast de camping in Evora stonden 3 tenten, daarin woonden meerdere mensen en kinderen. We weten niet of het zigeuners zijn; de tentbewoners in Evora bezaten 2 paarden.
De grens tussen Portugal en Spanje wordt gevormd door een rivier. Geen grenspost meer te zien richting Spanje, wel de klok die een uur vooruit gezet moet worden.
In de buurt van Huelva weer veel ooievaarsnesten, maar we hebben maar 2 bewoonde nesten gezien.
In Sevilla is het 28 graden als we aankomen, de camping is aardig bezet. Het valt op dat er in zuid Portugal en in Sevilla veel fransen met kinderen zijn. Blijkbaar is er ergens in frankrijk schoolvakantie.
Tegen tienen vanavond hoorden we een blaaskapel met trommelaars mooie muziek maken. Een concert van ruim een half uur. De campingpoort die al gesloten was werd opengemaakt en we gingen met een heleboel gasten naar buiten om het gezelschap te zien, maar w.s was de blaaskapel te ver weg, want we zagen in heel de straat niets.
Op vrijdag 27 oktober zijn we van Sevilla naar Conil de Frontera gereden via de N IV. Prima weg met veel vrachtwagens die goed doorrijden. Een groot deel van de route voerde door saai, kaal, vrij vlak landschap. Erg dun bevolkt ook: hier en daar een Hacienda, soms een groep armoedige huisjes. Rond Cadiz is er veel water, de wetlands waar ook zout gewonnen wordt, op sommige plaatsen liggen hoge heuvels van zout aan de waterrand, deze zoutbekkens zijn aangelegd door de romeinen en worden nog ge-exploiteerd.
De camping in Conil de la Frontera is zeer dun bevolkt, de overwinteraars komen pas in december en het restaurant is helaas gesloten ivm. vakantie. De camping heeft veel
bomen, dus veel schaduw; onze tijdelijke duitse overburen konden geen plek vinden waar ze ook tv ontvangst hebben, dus nu rijden ze af en toe naar een kaal deel achter op de camping als ze tv willen kijken, we gaan vanavond naar de “bioscoop” noemen ze dat.
Na wat rust, schoonmaak en (alweer) de was zijn we op zondag naar het strand gefietst. Het was er gezellig druk, veel spanjaarden genoten er van hun vrije zondag. In het dorp was blijkbaar in de morgen een bijeenkomst ter ere van……..? , bezocht door voornamelijk vrouwen met kinderen, allen droegen een wit t-shirt met rose tekst. Tegen 2-en was de bijeenkomst voorbij, lunchtijd in Spanje.
Aan de rand van het dorp staat een enorme circustent, een portugees circus, er waren de laatste dagen diverse voorstellingen, maar op maandag begonnen ze af te breken. Het circus stond naast het plaatselijke kerkhof en ook daar was het druk: er werden bloemen gebracht, 1nov, allerheiligen is een belangrijke feestdag in Spanje. Het kerkhof is trouwens een bovengrondse begraafplaats. Er staan alleen rijen “flats” van 5 etages en 20 kolommen hokken ter grootte van een kist. Nergens een urnenmuur gezien. De reeds gevulde plekken zijn allen voorzien van een steen met uiteenlopende tekst en versiering. Sommige kolommen vormen samen een familiegraf, dan is er maar een lange grafsteen of meerdere kleine, waarbij op de bovenste steen staat dat het een familiegraf is.
Ik bedacht opeens dat er de eerstkomendeweken geen kapster in de buurt is, dus beter nu maar naar een spaanse kapster. Op maandagmorgen dus via de campingreceptie op zoek naar een kapster die tijd had. Dat is gelukkig gelukt, en ook nog voor de vriendelijke prijs van 15 euro voor een knipbeurt, dus we kunnen er weer even tegen.
De 12-230 omvormer is inmiddels vervangen door een nieuwe, kunnen kopen in een campingwinkel in Portugal en nu weer werkend in de camper.
Dinsdagkomen onze vrienden naar Los Barrios en gaan we samen tickets voor de overtocht naar Ceuta kopen, dan kunnen we woensdagochtend oversteken.
via frankrijk naar huis
Vanuit Mataro via een kustweg naar Frankrijk gereden, een leuke route, deels door bergachtig gebied met veel bochten. De grens spanje-frankrijk valt alleen op doordat er 2 oude verlaten gebouwtjes staan, de gebouwtjes zijn volgespoten met graffiti.
Onze overnachtingscamping ligt aan de zee ten noorden van Collioure. Een erg grote camping met plaatsen op terrassen met zeezicht.
Tussen de camping en Argeles-sur-mer ligt een klein natuurgebied met een paar waterpoelen waar blijkbaar veel kikkers of padden wonen, als het donker wordt beginnen de beesten aan hun kwaak concert.
Op zaterdag 8 april naar Tarascon gegaan, een kleine plaats ten noorden van Arles. Daar vlakbij, in de haven van Beaucaire overwinteren Harriet en Pierre met hun boot.
Dicht bij de haven is een camping aan de Rhone bij een restaurant. Er zijn weinig campinggasten en we vinden een plek met mooi uitzicht over de Rhone en op het kasteel van Tarascon, daarna zijn we even gezellig gaan bijkletsen met Harriet en Pierre.
Bij de camping hoort een restaurant en daar is die avond feest; een carnavals bbq, het feest is niet druk bezocht, maar de muziek staat wel hard tot middernacht. De eigenaresse had ons al gewaarschuwd.
Op zondagmorgen hebben we de markt in Beaucaire bezocht, een best grote markt en druk bezocht.
Beaucaire is een oud stadje, met stadsmuren en heel veel oude, maar verwaarloosde gebouwen.
Er is een mooi plein voor het gemeentehuis met een paar terrassen. Vreemd genoeg zaten er op een terras alleen maar mannen tijdens de markt.
Omdat het palmpasen was, was er een dienst in de kerk die goed bezocht was, ondanks de vele afrikaanse inwoners van het stadje. De kerk is eigenlijk heel erg mooi, maar heeft onderhoud nodig.
Op de weg terug naar de camping hebben we ook de kerk van Tarascon bezocht, daar was eerder op de morgen een mis en een processie, ook hier veel gelovigen in de kerk. De palmtakjes die gewijd werden zijn complete struiken.
De kerk is van voor de 13e eeuw, net als die van Beaucaire. Ook de kerk van Tarascon is een mooie kerk, beter onderhouden dan die in Beaucaire. De kerk in Tarascon heeft ook een mooie crypte in de kelder, in deze crypte is Sint Marta begraven.
Op het moment dat wij de kerk bezochten was er een doopplechtigheid bezig.
Het kasteel in Tarascon is enorm, een solide, stevig niet erg elegant gebouw. Aan de ene kant van het kasteel stroomt de Rhone, de andere kanten worden begrensd door een slotgracht zonder water.
Het kasteel kan bezocht worden tegen betaling. Ook Beaucaire heeft een gelijkend kasteel op een berg, dat hebben we niet bezocht.
In de avond zijn we met Harriet en Pierre gezellig pizza gaan eten in een hele kleine pizzeria, met als enige werknemer de eigenaar. Het restaurantje(ong 25 plaatsen) zat helemaal vol, 2 pizza’s eten betekende heel de avond onder de pannen, wel was het erg gezellig.
Op maandag hebben we 5 uur gedaan over een rit van ong. 130 km naar de Ardeche; er was niet veel verkeer op de weg, maar er waren veel redenen om te stoppen om dingen te bekijken, de gorges de ardeche is ook geen snel te rijden route.
Er staat weinig water in de ardeche en het was niet druk met kano’s.
Bij een van de tunneltjes lagen bonte geiten rustig te genieten op en naast de weg, een geit haastte zich naar de kant van de weg, de derde geit lag op zijn gemak midden op de weg. Geen idee waar ze vandaan kwamen.
In de avond rond 20.00 kregen we onverwacht een heuse onweersbui. Na een half uurtje stopten donder en bliksem en hield de regen op.
Op de camping staan heel veel duitsers, vaak in groepen. Overdag gaan velen kano-en of fietsen en wandelen, ’s-Avonds worden er kampvuurtjes gestookt.
Op woensdag zijn we noordwaarts naar Chalon sur Saone gereden. We wilden na Lyon geen tol rijden, maar over de route nationale.
Helaas was er bij een dorpje een omleiding wegens wegwerkzaamheden, de bewegwijzering was kwijt en tomtom wist het ook niet meer, na een uur waren we niks opgeschoten en hebben we onze weg maar weer vervolgd via de tolweg.
In Chalon scheen de zon aan een wolkenloze hemel en was het 20graden.
Op donderdag zijn we verder noordwaarts gegaan, naar Luxemburg. In Luxemburg scheen wel een zonnetje maar was het koud. Dan op vrijdag verder naar Limburg, Veel vakantie verkeer op de weg richting zuiden, op reis vanwege het paasweekend. Door de nieuwe tunnel gereden in Maastricht, nou ja, van Maastricht zie je dus niets meer, maar het schiet wel op.
Zaterdag een feest in Limburg en dan op paaszondag naar huis.